the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 19
1 Voor den orkestmeester. Een psalm van David. (19-2) De hemelen vermelden Gods heerlijkheid, en het uitspansel verkondigt zijner handen werk.2 (19-3) De ene dag doet den anderen sprake toestromen, de ene nacht deelt den anderen kennis mede,3 (19-4) zonder spraak en zonder woorden, zonderdat hun geluid wordt gehoord.4 (19-5) Over de ganse aarde loopt hun stem, tot het einde der wereld gaan hun woorden. Voor de zon heeft hij in de zee een tent geplaatst,5 (19-6) en deze, een bruidegom gelijk die uit zijn slaapvertrek treedt, verheugt zich als een held bij het doorlopen van de baan.6 (19-7) Zij gaat uit van het ene einde des hemels, en loopt dien tot het andere einde rond; terwijl niets bedekt is voor haar gloed.
7 (19-8) 's Heeren wet is onberispelijk, de ziel verkwikkend; 's Heeren voorschriften zijn betrouwbaar, den eenvoudige verstandig makend;8 (19-9) 's Heeren inzettingen zijn recht, het hart verheugend; 's Heeren gebod is zuiver, de ogen verlichtend;9 (19-10) 's Heeren dienst is rein standhoudend voor altijd; 's Heeren verordeningen zijn waarheid, altemaal doelmatig,10 (19-11) zij, die begeerlijker zijn dan goud, dan veel edel metaal, zoeter dan honing, dan wat uit de raten leekt.11 (19-12) Ook uw dienaar laat zich daardoor vermanen; ze te onderhouden geeft rijk loon.12 (19-13) Afdwalingen, wie bemerkt ze? Spreek mij vrij van de verborgene!13 (19-14) Bescherm ook uw dienaar tegen overmoedigen, laat hen niet over mij heersen. Dan zal ik onberispelijk wezen, vrij van grove overtreding.14 (19-15) Mogen de woorden van mijn mond u welgevallig zijn, en zij de overdenking van mijn hart voor uw aangezicht, Heer, mijn rots en losser!