Read the Bible

¹ Een psalm van David. Heer, wie mag vertoeven in uw tent, wie wonen op uw heiligen berg?² Hij die onberispelijk van wandel, rechtschapen van gedrag is, en waarheid spreekt met zijn hart;³ die geen lastertaal op de tong neemt, den naaste geen kwaad berokkent, zijn medemens geen smaad aandoet;⁴ in wiens oog een verworpeling verachtelijk is, maar die den godvrezende eert; die wat hij tot zijn schade bij eede beloofde niet verruilt;⁵ die zijn geld nooit op rente uitleent, geen geschenk aanneemt ten nadele van een onschuldige. Wie zo handelt zal nimmer wankelen.