the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 14
1 Voor den orkestmeester. Van David. De dwaas zegt bij zichzelf: Er is geen God. Zij gedragen zich slecht, afschuwelijk; er is niemand die goed handelt.2 De Heer blikt uit den hemel neder op de mensenkinderen om te zien of er een verstandige is, een die naar God vraagt.3 Allen zijn afgeweken, tegader verdorven, niemand is er die goed handelt, neen niemand.
4 Hebben dan al die euveldoeners geen kennis, zij, die mijn volk opeten zoals men brood opeet, die den Heer niet aanroepen?5 Daar overmeestert hen de schrik; want God is bij het rechtschapen geslacht.6 Het beleid des ellendigen maakt hen te schande; want de Heer is zijn toevlucht.7 Och of uit Sion Israels redding daagde! Wanneer de Heer het lot zijns volks wendt, zal Jakob jubelen, Israel zich verheugen.