Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Numeri 10

1 De Heer sprak tot Mozes:2 Maak twee zilveren trompetten; van gedreven werk zult gij ze maken; zij zullen u dienen om de gemeente samen te roepen en de kampen te doen opbreken.3 Wanneer men beide steekt, zal de gehele gemeente bij u samenkomen aan den ingang van de tent der samenkomst;4 en wanneer men een van beide steekt, zullen de vorsten, de hoofden van Israels stammen, bij u samenkomen.5 Blaast gij alarm, dan zullen de kampen aan de oostzijde opbreken;6 blaast gij ten tweeden male alarm, dan zullen de kampen aan de zuidzijde opbreken; blaast gij ten derden male alarm, dan zullen de kampen aan de westzijde opbreken; blaast gij ten vierden male alarm, dan zullen de kampen aan de noordzijde opbreken. Alarm blazen dient tot sein voor het opbreken;7 maar om de vergadering te doen bijeenkomen zult gij ze steken, geen alarm blazen.8 Aarons zonen, de priesters, zullen de trompetten steken, en deze zullen u zijn tot een eeuwige inzetting, ook voor uw nageslacht.9 En indien gij in uw land in oorlog geraakt met een vijand die u in het nauw brengt, dan zult gij op de trompetten alarm blazen, en zo u in gedachtenis brengen bij den Heer, uw god, en gered worden van uw vijanden.10 Ook zult gij op uw vreugdedagen, feestgetijden, nieuwemanen de trompetten steken bij uw brand offers en dankoffers; zij zullen dienen om u in gedachtenis te brengen bij uw god; ik ben de Heer, uw god.

11 In het tweede jaar, op den twintigsten der tweede maand, steeg de wolk op van boven den tabernakel der Geboden.12 Toen braken de Israelieten in de voorgeschreven orde uit de woestijn van den Sinai op, en de wolk legerde zich in de woestijn Paran.13 Dit was de eerste keer dat zij volgens hetgeen de Heer door Mozes bevolen had opbraken.14 Voorop trok de banier van het kamp der zonen van Juda, in hun heirscharen ingedeeld,15 en over hun heir was Nahsjon, de zoon van Amminadab; over het heir van den stam der zonen van Issachar was Nethaneel, de zoon van Suar,16 en over het heir van den stam der zonen van Zebulon Eliab, de zoon van Helon.17 Daarna werd de tabernakel afgebroken en braken de Gersjonieten en de Merarieten, den tabernakel dragende, op.18 Dan trok de banier van het kamp der zonen van Ruben op, in hun heirscharen ingedeeld, en over hun heir was Elisoer, de zoon van Sjedeur;19 en over het heir van den stam der zonen van Simeon was Sjelumiel, de zoon van Surisjaddai,20 en over het heir der zonen van Gad Eljazaf, de zoon van Reuel.21 Vervolgens braken de Kehathieten, het heilige dragende, op, en men richtte den tabernakel op voordat zij kwamen.22 Voorts trok de banier van het kamp der zonen van Efraim op in hun heirscharen ingedeeld, en over hun heir was Elisjama, de zoon van Ammihud;23 over het heir van den stam der zonen van Manasse was Gamliel, de zoon van Pedasur,24 en over het heir van den stam der zonen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni.25 Daarna trok de banier van het kamp der zonen van Dan op, die, in hun heirscharen ingedeeld, de achterhoede van alle kampen uitmaakten, en over hun heir was Ahiezer, de zoon van Ammisjaddai;26 over het heir van den stam der zonen van Azer was Paggiel, de zoon van Ochran,27 en over het heir van den stam der zonen van Naftali was Ahira, de zoon van Enan.28 Dit was de orde der Israelieten, in hun heiren ingedeeld; zo braken zij op.

29 Mozes zeide tot Hobab, den zoon van Reuel, den Midianiet, zijn schoonvader: Wij trekken naar de plaats waarvan de Heer heeft gezegd: Die zal ik u geven. Ga met ons, en wij zullen het goed met u maken; want de Heer heeft het goede aan Israel toegezegd.30 Hij zeide tot hem: Ik trek niet mede; maar ik ga naar mijn land en dat mijner verwanten.31 Doch Mozes zeide: Verlaat ons toch niet; want gij weet nu eens hoe wij ons in de woestijn moeten legeren, en kunt ons dus tot gids zijn.32 En wanneer gij met ons gaat, dan zullen wij u deel geven aan het goede dat de Heer ons schenken zal.33 Zij trokken dan van 's Heeren berg drie dagreizen ver, terwijl de ark des verbonds van den Heer voor hen uit trok, om voor hen een rustplaats uit te zoeken.34 En de wolk des Heeren bleef des daags over hen, wanneer zij uit het kamp trokken.35 Als dan de ark optrok, zeide Mozes: Sta op, Heer; opdat uw vijanden uiteenstuiven en uw haters voor u vluchten!36 En als zij rust nam, zeide hij: Zet u neder, Heer, en zegen de stammen Israels!

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile