Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Micha 1

1 Het woord des Heeren dat tot Micha uit Moresja kwam, ten tijde van Jotham, Ahaz en Hizkia, koningen van Juda, hetwelk hij gezien heeft over Samarie en Jeruzalem.2 Hoort, volken altegader, luister, aarde en haar volheid; opdat de Heere God voor u getuige, de Heer uit zijn heiligen tempel.3 Want zie, de Heer verlaat zijn woonplaats, daalt neder en treedt op 's aardrijks hoogten.4 De bergen zullen onder hem smelten, tot valleien zullen zij splijten, als was door het vuur, als water dat langs een helling neerstroomt.5 Dit alles om Jakobs misdrijf, om de zonde van het huis Israel. Wie is het misdrijf van Jakob? Immers, Samarie? En wie is de zonde van het huis Juda? Immers, Jeruzalem?6 Dies zal ik Samarie tot een puinhoop op het veld maken, tot een plaats voor wijngaarden; haar stenen zal ik in het dal doen neerrollen, en haar grondvesten ontbloten.7 Al haar beeldwerk zal stukgeslagen, al haar gewijde boomstammen met vuur verbrand worden; al haar godenbeelden zal ik tot een warrelklomp maken; want van hoerenloon heeft zij ze bijeengebracht, en tot hoerenloon zullen zij weer worden.

8 Daarom wil ik huilen en weeklagen, berooid en naaktlopen, huilen als de jakhalzen, rouw bedrijven als de struisen.9 Onheelbaar toch is haar wonde; want die is tot Juda toe gekomen, reikt tot de poort mijns volks, tot Jeruzalem.10 Vermeldt het niet te Gath, weent niet te Bochim, noch wentelt u in het stof te Beth-Ofra.11 Trekt naakt heen, bevolking van Sjafir; is de bevolking van Saanan nog niet uitgetrokken, de rouw van Beth-haesel zal haar van heur plaats wegnemen.12 Wat wacht op geluk de bevolking van Maroth, nu het onheil van 's Heeren wege is neergedaald aan de poorten van Jeruzalem!13 Bind den wagen aan de rossen, bevolking van Lachis! Zij is de hoofdzonde van Sions dochter, omdat in u zijn aangetroffen de misdrijven van Israel.14 Daarom zult gij met de bezitting van Gath als bruidschat weggegeven worden, en zullen de steden van Achzib een teleurstelling voor Israels koningen zijn.15 Tot den inbeslagnemer zal ik u brengen, bevolking van Maresja; tot Adullam zal komen de heerlijkheid van Israel.16 Maak u een kaalte en scheer u om uw troetelkinderen, maak u een kale plek, zo breed als die van een arend; omdat zij van u weg in ballingschap gevoerd worden.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile