Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Markus 16

1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="mar.16.1" class="versetxt">1 Na afloop van den sabbat kochten Maria van Magdala, de Maria van Jacobus en Salome geurige stoffen om hem te gaan zalven,2 en toen het nog zeer vroeg was op den eersten dag der week, gingen zij naar het graf, bij zonsopgang.3 Zij zeiden bij zichzelf: Wie zal ons den steen van voor de deur van het graf afwentelen?4 En toen zij opzagen, bemerkten zij dat de steen--hij was zeer groot--reeds afgewenteld was.5 Het graf binnentredend, zagen zij aan den rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad, en ontstelden.6 Maar hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde. Hij is opgestaan; hier is hij niet. Ziedaar de plaats waar men hem heeft neergelegd.7 Doch gaat aan zijn leerlingen en Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij hem zien, zoals hij u heeft gezegd.8 Zij gingen het graf uit en vloden weg; want beving en ontzetting had haar bevangen, en zij zeiden er niemand iets van; want zij waren bevreesd.

9 10 40.mr.nl.lie.nt.gos016:011 40.mr.nl.lie.nt.gos016:012 40.mr.nl.lie.nt.gos016:013 40.mr.nl.lie.nt.gos016:014 15 40.mr.nl.lie.nt.gos016:016 40.mr.nl.lie.nt.gos016:017 40.mr.nl.lie.nt.gos016:018 40.mr.nl.lie.nt.gos016:019 20 41.lu.nl.lie.nt.gos001:001 Daar reeds velen beproefd hebben een verhaal op te stellen van wat onder ons tot vervulling gekomen is,

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile