Read the Bible

¹ Na den dood van Mozes, 's Heeren dienstknecht, zeide de Heer tot Jozua, den zoon van Nun, den dienaar van Mozes:² Mijn knecht Mozes is gestorven; maak u dus op, trek met dit ganse volk dezen Jordaan over naar het land dat ik hun geef.³ Elke plek die uw voetzool zal betreden geef ik u, zoals ik tot Mozes gesproken heb:⁴ van de woestijn en den Libanon en de Grote Rivier, den Eufraat, tot de Grote Zee in het westen zal uw grondgebied zijn.⁵ Niemand zal, zolang gij leeft, voor u standhouden; zoals ik met Mozes geweest ben, zal ik met u zijn; ik zal u begeven noch verlaten.⁶ Wees sterk en kloek; want gij zult dit volk in het bezit stellen van het land dat ik hun vaderen onder eede beloofd heb hun te zullen geven.⁷ Alleen, wees zeer sterk en kloek in het nauwgezet betrachten van de ganse wet die mijn dienstknecht Mozes u heeft voorgeschreven; wijk er ter rechter zijde noch ter linkerzijde van af; opdat gij op elken weg dien gij bewandelt voorspoedig moogt zijn.⁸ Dit wetboek zal uit uw mond niet wijken, maar gij zult daarvan dag en nacht bij uzelven spreken; opdat gij alwat er in geschreven staat nauwgezet betracht; want dan zult gij geluk hebben op uw weg en voorspoedig zijn.⁹ Ik heb u immers geboden: Wees sterk en kloek, sidder niet en wees niet versaagd; want de Heer, uw god, is met u op elken weg dien gij bewandelt.

¹⁰ Toen gaf Jozua aan de ambtlieden des volks dit bevel:¹¹ Gaat het kamp door en gelast het volk: Bereidt u teerkost; want na nog drie dagen trekt gij dezen Jordaan over, om het land in bezit te gaan nemen dat de Heer, uw god, u in bezit geeft.¹² Voorts heeft Jozua tot de Rubenieten, de Gadieten en den halven stam Manasse dit gezegd:¹³ Gedenkt wat Mozes, 's Heeren dienstknecht, u geboden heeft, toen hij zeide: De Heer, uw god, wil u vaste woonplaatsen geven en dit land schenken.¹⁴ Dat uw vrouwen en kinderen en uw vee in het land dat Mozes u gegeven heeft, het Overjordaansche, achterblijven; maar trekt gij, zovelen gij strijdbare helden zijt, weltoegerust voor uw broeders uit en helpt hen;¹⁵ totdat de Heer aan uw broeders, evenals aan u, vaste woonplaatsen geeft, en ook zij het land in bezit nemen dat de Heer, uw god, hun schenkt. Dan zult gij terugkeren naar uw eigen land en het in bezit nemen, het land dat Mozes, s Heeren dienstknecht, u gegeven heeft aan de overzijde van den Jordaan, ten oosten.

¹⁶ Zij nu gaven Jozua ten antwoord: Alwat gij ons geboden hebt zullen wij doen, en overal waarheen gij ons zult zenden zullen wij gaan;¹⁷ evenals wij naar Mozes hebben geluisterd zullen wij luisteren naar u. Moge slechts de Heer, uw god, met u zijn, zoals hij met Mozes is geweest!¹⁸ Ieder die tegen u weerspannig is en niet luistert naar uw woorden, in alwat gij ons gebieden zult, zal ter dood worden gebracht. Wees maar sterk en kloek!