the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Job 26
1 Job antwoordde en zeide:2 Hoe goed hebt gij de onmacht geholpen, den arm van een krachteloze gered!3 Wat goeden raad hebt gij der onnozelheid gegeven! verstand hebt gij in overvloed tentoongespreid!4 Met wiens hulp hebt gij woorden verkondigd? en wiens geest is van u uitgegaan?
5 De schimmen krimpen weg onder het water en zijn bewoners;6 naakt ligt de onderwereld voor hem, de hel heeft geen omhulsel;7 voor hem die het noorden over den baaierd spande, de aarde ophing over het niet;8 hij bond het water in zijn wolken samen, zonderdat deze daaronder scheurden;9 hij bedekte het gezicht van zijn troon waarover hij zijn wolken heeft uitgebreid;10 hij trok een kring over de watervlakte tot waar het licht aan de duisternis grenst.11 Des hemels zuilen schokten heen en weder, stonden verbijsterd van zijn donderende stem.12 Door zijn kracht heeft hij de zee opgezweept, door zijn beleid het Monster verpletterd;13 zijn adem heeft den hemel helder gemaakt, zijn hand de Vluchtende Slang verslagen.14 Zie, dit zijn de uiteinden zijner wegen. Wat anders dan het gefluister van een woord is het dat wij horen? Wie zou zijn machtigen donder verstaan?