Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Job 24

1 Waarom heeft de Machtige zich geen tijden voorbehouden, en zien zij die hem kennen zijn gerichtsdagen niet?2 Grenzen verlegt men, een kudde rooft men en laat ze weiden:3 den ezel der wezen voert men weg, den stier der weduwe neemt men te pand.4 Men dringt de armen van den weg af, de nooddruftigen des lands houden zich altegader verborgen.5 Daar gaan zij als woudezels de woestijn in om met hun dagwerk den kost op te halen; de wildernis levert hun brood voor de kinderen;6 op het veld oogsten zij des nachts, en den wijngaard des rijken lezen zij na.7 Naakt overnachten zij, zonder kleding; zij hebben geen dekking in de koude.8 Van den stortregen der bergen worden zij doorweekt, bij gebrek aan een schuilplaats, drukken zij zich tegen de rotsen.9 Men rooft den wees van de moederborst, en neemt den zuigeling van den nooddruftige tot pand.10 Naakt gaan zij daarheen, zonder kleding, en zelf hongerig, torsen zij garven;11 tussen rijen olievaten hongeren zij, zij treden perskuipen, terwijl zij zelf dorstlijden.12 Uit de stad stijgt het gekerm van stervenden op, krijt de ziel van verslagenen. Maar God vindt het niet ergerlijk.

13 Anderen zijn vijanden geworden van het licht, kennen zijn wegen noch blijven op zijn paden.14 Bij avond maakt zich de moordenaar op, doodt een nooddruftige en arme, en des nachts sluipt de dief rond.15 Het oog van den overspeler neemt de schemering waar; niemand, denkt hij, kan mij zien! en hij dekt zijn gelaat met een sluier,16 graaft in het donker in huizen door. Overdag sluiten zij zich op, willen van het daglicht niets weten;17 want hun allen is het stikdonker een morgenstond, daar zij met de verschrikkingen van het stikdonker vertrouwd zijn.

18 Snel drijven zij voort op de oppervlakte des waters, hun erfdeel wordt vervloekt in het land, zij keren zich niet meer naar hun wijnberg.19 Evenals droogte en hitte het sneeuwwater wegroven, zo het dodenrijk de zondaren.20 De moederschoot vergeet hem, het gewormte vergast zich aan hem; zo wordt hij niet meer herdacht, wordt de ongerechtigheid als een stuk hout gebroken.21 Wie een onvruchtbare, een die niet baarde, plundert, aan een weduwe geen weldaad bewijst,22 al sleurt hij door zijn kracht sterken mede, hij staat daar, maar kan van zijn leven niet zeker zijn.23 God verleent hem gerustheid, opdat hij leune, terwijl zijn oog op den weg der zondaren is gevestigd.24 Een korten tijd staan zij hoog, straks zijn zij niet meer; ineen zinken zij, als planten die verschrompelen; als de top van een aar verwelken zij.25 Indien dit zo niet is, wie logenstraft mij? wie doet mijn rede te niet?

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile