the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Job 23
1 Job antwoordde en zeide:2 Ook thans is mijn klagen weerspannigheid; zijn hand drukt zwaar op mijn zuchten.3 Och of ik wist, waar ik hem vinden kon, of ik komen kon tot zijn zetel!4 Dan zou ik de zaak voor hem uiteenzetten, mijn mond vullen met woorden van verweer.5 Ik zou willen weten, met welke woorden hij mij antwoorden, willen vernemen, wat hij tot mij zeggen zou.6 Zou hij met overmacht tegen mij strijden? Als hij slechts op mij lette!7 Dan zou daar een brave voor hem staan pleiten, en ik voorgoed aan mijn rechter ontkomen.
8 Doch ga ik naar het oosten, hij is er niet, naar het westen, ik bespeur hem niet;9 gaat hij in het noorden werken, ik merk het niet; wendt hij zich naar het zuiden, ik zie het niet.10 Want hij weet hoe mijn wandel is, toetste hij mij, ik kwam als goud te voorschijn:11 in zijn spoor bleef mijn voet ik hield zijn weg zonder af te buigen;12 van het gebod zijner lippen week ik niet, in mijn boezem borg ik de woorden van zijn mond.
13 Maar als hij iets verkiest, wie zal hem keren? begeert hij iets, dan voert hij het uit.14 Want hij zal volvoeren wat over mij besloten is, hij heeft nog veel dergelijke dingen in den zin.15 Daarom sta ik voor hem verbijsterd, als ik het indenk, sidder ik voor hem.16 God heeft mijn hart week gemaakt, de Machtige heeft mij verbijsterd.17 Want ik ben niet radeloos wegens de duisternis zelve, en omdat de donkerte mijn aangezicht bedekt.