Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Habakuk 3

1 Een gebed van den profeet Habakuk. Een lierzang.2 Heer, ik heb van u gehoord, ik ben bevreesd geworden; Heer, doe ons uw werk in den loop der jaren kond; in den loop der jaren zult gij het bekendmaken, in de gramschap zult gij der erbarming gedenken.

3 God komt van Teman, de Heilige van den berg Paran; zijn majesteit bedekt den hemel, en zijn lof vervult de aarde.4 Zijn glans is als het licht, aan zijn zijde heeft hij stralen; een omhulsel zijner kracht heeft hij aangelegd.5 Voor hem uit gaat de pest, de koortsgloed drukt zijn schreden.6 Als hij postvat, doet hij de aarde wankelen; als hij het oog richt, schudt hij de volken dooreen; de eeuwige bergen stuiven uiteen, neergezonken liggen de eeuwenoude heuvelen, die eeuwenoude wegen voor hem zijn.7 Ik zag de tenten van Kusjan in het ongeluk gestort, de gordijnen van het land Midian beefden.8 Is de Heer in gramschap tegen de rivieren ontstoken, geldt uw toorn de rivieren, uw verbolgenheid de zee, dat gij daarover rijdt met uw paarden? uw wagens zegewagens zijn?9 Uw boog wordt geheel ontbloot, gij hebt uw lansen met bloed verzadigd, in rivieren het land gespleten.10 U ziende, krimpen de bergen van wee, overschrijdt de watervloed zijn oevers, doet de oceaan zijn stem horen, heft hij zijn armen omhoog.11 Zon en maan blijven terug in haar hooge woningen, voor het licht uwer rondvliegende pijlen, voor den bliksemglans van uw speer.12 In grimmigheid treedt gij de aarde, in toorn dorst gij de natien.13 Uitgetrokken zijt gij tot redding van uw volk om uw gezalfde te redden; gij hebt den kop van het huis des goddelozen afgeslagen, den grondslag tot de rots toe blootgelegd.14 Gij hebt met speren het hoofd zijner leiders doorboord, die aanstormden om mij te verstrooien, die jubelden, als wilden zij den arme in zijn schuilhoek verteren.15 Gij hebt uw paarden op de zee doen treden, in het bruisen van grote wateren.

16 Toen ik het hoorde, beefde mijn ingewand, bij het vernemen, trilden mijn lippen; bederf kwam in mijn beenderen, en onder mij wankelden mijn schreden. Rustig zal ik den dag der verdrukking afwachten, wanneer hij aanbreekt voor een volk dat op mij zal aandringen.17 Want al bloeit de vijgeboom niet, en dragen de wijnstokken geen vrucht, al stelt de opbrengst van den olijf te leur, en leveren de akkers geen voedsel, al zijn de schapen uit de kooi verdwenen, en zijn er geen runderen in de stallen,18 toch zal ik jubelen in den Heer, mij verblijden in den god die mij redt.19 De Heere God is mijn kracht: hij maakt mijn voeten als die van hinden, en doet mij treden op mijn hoogten. Voor den orkestmeester, bij snarenspel.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile