Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Genesis 25

1 Abraham nam nogmaals een vrouw, Ketura genaamd.2 Zij baarde hem Zimran, Joksjan, Medan, Midian, Jisbak en Sjuah.3 Joksjan verwekte Sjeba en Dedan; de zonen van Dedan waren Reuel, Nabdeel, de Assjurieten, de Letusieten en de Leummieten.4 Midians zonen waren Efa, Efer, Henoch, Abida en Eldaa. Deze allen zijn zonen van Ketura.5 Abraham nu gaf alwat hij bezat aan zijn zoon Izaak;6 aan de zonen zijner bijvrouwen gaf Abraham geschenken en verwijderde hen, nog bij zijn leven, uit de omgeving van zijn zoon Izaak, oostwaarts, naar het land van het Oosten.7 Het aantal van Abrahams levensjaren, die hij geleefd heeft, is honderd vijf en zeventig.8 Toen gaf Abraham den geest en stierf, op hogen leeftijd, oud en der dagen zat, en hij werd tot zijn stamgenoten verzameld.9 En zijn zonen Izaak en Ismael begroeven hem in de spelonk van Machpela, op den akker van Efron, den zoon van Sohar, den Hittiet, welke tegenover Mamre ligt,10 den akker dien Abratiam van de Hittieten gekocht had; daar zijn Abraham en zijn vrouw Sara begraven.

11 Na Abrahams dood zegende God zijn zoon Izaak. En Izaak woonde bij den put Lahai-roi.12 Dit zijn de afstammelingen van Ismael, Abrahams zoon, dien Hagar, de Egyptische, de slavin van Sara, Abraham gebaard heeft.13 Dit zijn de namen van Ismaels zonen, hun namen naar hun afstamming. Ismaels eerstgeborene was Nebajoth, dan Kedar Adbeel, Mibsam,14 Misma, Duma, Massa,15 Hadad, Tema, Itur, Nafis en Kedma.16 Dat zijn de zonen van Ismael, en dat hun namen in hun dorpen en kampen, twaalf vorsten hunner stammen.17 En de levensduur van Ismael was honderd zeven en dertig jaren; toen gaf hij den geest en stierf en hij werd tot zijn stamgenoten verzameld.18 Zij woonden van Hawila tot Sjur, dat voor Egypte ligt; tegenover al zijn broeders heeft hij zich nedergezet.

19 Dit zijn de afstammelingen van Izaak, den zoon van Ahraham: Abraham heeft Izaak verwekt.20 Izaak was veertig jaar oud toen hij Rebekka, de dochter van Bethuel, den Arameer, uit Paddan-Aram. de zuster van Laban, den Arameer, tot vrouw nam.21 Izaak bad den Heer voor zijn vrouw, omdat zij onvruchtbaar bleef, en de Heer gaf aan zijn bede gehoor; zodat zijn vrouw Rebekka zwanger werd.22 Toen nu de kinderen in haar binnenste tegen elkander stieten, zeide zij: Indien het zo gaat, waarvan ben ik het teken? Daarom ging zij den Heer raadplegen.23 De Heer zeide tot haar: Twee natien zijn in uw schoot; twee volkeren zullen van uw lijf af uiteengaan; het ene volk zal sterker zijn dan het andere, de oudste zal den jongste dienstbaar zijn.24 Toen nu haar tijd daar was om te baren, zie, in haar schoot waren tweelingen.25 De eerste kwam te voorschijn, ros, van top tot teen een haren mantel; daarom noemde men hem Ezau.26 Vervolgens kwam zijn broeder, terwijl zijn hand den hiel van Ezau vasthield; daarom noemde men hem Jakob. En Izaak was zestig jaar oud toen Rebekka hen baarde.27 Toen de knapen opgroeiden, werd Ezau een man die verstand van jagen had, een man van het veld; terwijl Jakob een stemmig man werd, een tentbewoner.28 Izaak hield veel van Ezau, omdat hij gaarne wildbraad at; terwijl Rebekka veel van Jakob hield.

29 Eens, terwijl Jakob moes kookte, kwam Ezau van het veld, zeer moede.30 En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch van dat rode, dat rode zwelgen; want ik ben moe! Daarom heet hij Edom.31 Maar Jakob zeide: Verkoop mij vooraf uw eerstgeboorterecht.32 Ezau zeide: Wel, ik ga toch sterven; wat baat mij een eerstgeboorterecht?33 Toen zeide Jakob: Zweer het mij vooraf. Nu verkocht hij bij eede aan Jakob zijn eerstgeboorterecht.34 Hierop gaf Jakob aan Ezau brood en linzenmoes, en deze at en dronk; stond op en ging zijns weegs. Zo minachtte Ezau het eerstgeboorterecht.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile