Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Ezechiël 13

1 Het woord des Heeren kwam aldus tot mij:2 Menschenkind, profeteer tegen Israels profeten, profeteer en zeg tot hen die uit zichzelf profeteren: Hoort het woord des Heeren!3 Zo spreekt de Heere God: Wee den dwazen profeten, die nalopen wat in hun eigen geest is opgekomen; zodat zij niet zien.4 Aan vossen in puinhopen zijn uw profeten, o Israel, gelijk geworden.5 Gij zijt niet in de bres gesprongen en hebt geen wal opgeworpen tot bescherming van het huis Israel, door op den dag des Heeren in den strijd pal te staan.6 Zij hebben valse gezichten en leugenachtige godspraken gezien, daar zij zeiden: Zo spreekt de Heer! terwijl de Heer hen niet gezonden had, en dan durven zij op de vervulling van het woord wachten!7 Hebt gij niet valse gezichten gezien en leugenachtige godsspraken gegeven, daar gij zeidet: Zo spreekt de Heer! terwijl ik niet gesproken had?8 Daarom zegt de Heere God aldus: Omdat gij valsheid gesproken en leugenachtige gezichten gehad hebt, daarom kom ik op u af! spreekt de Heere God.9 Ik zal mijn hand uitstrekken tegen die profeten die valse gezichten gehad en leugenachtige godsspraken gegeven hebben. Zij zullen in de gemeenschap van mijn volk niet wezen, in het boek van het huis Israel niet opgetekend zijn, op Israels bodem niet komen.

10 Zo zult gij weten dat ik de Heere God ben. Omdat en dewijl zij mijn volk op een dwaalspoor hebben gebracht door te zeggen: Vrede! terwijl het geen vrede is, en zij, terwijl het volk een muur optrok, dien met loze kalk bepleisterden--11 zeg tot hen die met loze kalk bepleisterden: Wanneer ik een allesoverstromende plasregen geef, hagelsteenen vallen, een stormwind losbreekt,12 en de muur dan omvalt, zal men dan niet tot u zeggen: Waar is nu het pleister dat gij er op gestreken hebt?13 Daarom spreekt de Heere God aldus: Ik zal in mijn gramschap een stormwind doen losbreken, in mijn toorn zal een allesoverstromende plasregen komen, en in grimmigheid een hagelslag ter vernietiging.14 Zo zal ik den muur dien gij met loze kalk bepleisterd hebt omverwerpen en hem op den grond storten, zodat zijn grondslag blootgelegd wordt. Hij valt, en gij komt te midden daarvan om. Zo zult gij weten dat ik de Heer ben.15 Wanneer ik mijn gramschap aan den muur en aan hen die hem met loze kalk bepleisterden heb gekoeld, dan zal men tot u zeggen: Weg is de muur! weg zijn zij die hem bepleisterden,16 die profeten van Israel die tot Jeruzalem profeteerden en gezichten van vrede voor haar aanschouwden, terwijl het geen vrede was! spreekt de Heere God.

17 Gij, menschenkind, vestig uw oog op de dochters uws volks die uit zichzelf profeteren; profeteer tegen haar18 en zeg: Zo spreekt de Heere God: Wee haar die banden hechten op alle armgewrichten en sluiers maken op het hoofd van allerlei mensen, groten en kleinen, om zielen te vangen! Zoudt gij van mijn volk zielen vangen en uw eigen ziel in het leven houden?19 Gij ontheiligt mij bij mijn volk, door, voor handen vol gerst en stukken brood, zielen die niet moesten sterven te doden en zielen die niet in leven moesten blijven in het leven te houden, daar gij mijn volk dat naar leugens hoort beliegt.20 Daarom spreekt de Heere God aldus: Ik kom af op uw banden, die waarmee gij de zielen als vogels vangt, scheur ze van uw armen af en laat de zielen die gij vangt als vogels vrij.21 Ik zal ook uw sluiers scheuren en mijn volk uit uw hand verlossen; zodat zij niet langer als vangst in uw hand zijn. Zo zult gij weten dat ik de Heer ben.22 Omdat gij met leugens het hart van den gerechte bedroeft, dien ik niet wil bedroefd hebben, en de handen van den goddeloze stijft, zodat hij zich niet bekeert van zijn slechten weg om hem in het leven te houden,23 daarom zult gij geen vals gezicht meer hebben en generlei godsspraak meer geven; ik zal mijn volk uit uw hand verlossen, en gij zult weten dat ik de Heer ben.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile