the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Daniël 12
1 Te dien tijde zal Michael, de grote vorst, die uw volksgenoten beschermt, optreden, en zal een tijd van benauwdheid aanbreken, zoals er nooit geweest is sedert een volk bestaan heeft tot dien tijd toe; maar te dien tijde zal uw volk ontkomen, namelijk zovelen in het boek staan opgeschreven.2 En velen van hen die in de aarde des stofs slapen zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven, genen tot schande en eeuwig afgrijzen.3 En de kundigen zullen schitteren als het uitspansel, en zij die de schare tot gerechtigheid hebben geleid als de sterren, voor eeuwig en altoos.4 En gij, Daniel, verberg deze woorden en verzegel het geschrift tot den eindtijd; dan zullen velen gaan onderzoeken en zal de kennis vermeerderen.
5 En ik, Daniel, zag toe, en zie, daar stonden twee anderen, de een aan dezen de ander aan genen oever van den stroom,6 en iemand zeide tot den in linnen gekleeden man die boven het water van den stroom stond: Hoelang zal het duren voordat het einde dier verwonderlijke dingen daar is?7 En ik hoorde den in linnen gekleeden man die boven het water van den stroom stond spreken, terwijl hij zijn rechter hand en zijn linkerhand ten hemel hief en bij den Eeuwiglevende zwoer: Een tijdmaat, tijdmaten en een halve; zodra het met de verplettering der macht van het heilig volk ten einde loopt, zullen al deze dingen aflopen.8 Ik hoorde dit wel, maar begreep het niet, en zeide: Heer, waarop lopen deze dingen uit?9 En hij zeide: Ga, Daniel; want verborgen en verzegeld blijven deze dingen tot den eindtijd.
10 Velen zullen zich laten louteren, reinigen, zuiveren, maar goddelozen zullen goddeloos handelen; geen der goddelozen zal inzicht verkrijgen, maar de kundigen wel.
11 En van den tijd waarop het dagelijks offer afgeschaft en de ontzettende gruwel opgericht zal zijn zullen twaalfhonderd negentig dagen verlopen.12 Welgelukzalig wie blijft hopen en de dertienhonderd vijf en dertig dagen bereikt!13 En gij, ga naar het einde; gij zult rusten en opstaan tot het voor u bestemde aan het einde der dagen.