Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

2 Samuël 9

1 Eens zeide David: Is er nog iemand van Sauls huis overgebleven aan wien ik gunst kan betonen ter wille van Jonathan?2 Nu had het huis van Saul een dienaar, Siba geheten. Toen men hem bij David ontboden had, zeide de koning tot hem: Zijt gij Siba? Waarop hij antwoordde: Uw dienaar.3 Op 's konings vraag: Is er niet nog iemand van het huis van Saul wien ik Gods gunst kan betonen? zeide Siba tot den koning: Er is nog een zoon van Jonathan, een die slecht ter been is.4 Hierop zeide de koning tot hem: Waar is hij? Siba antwoordde den koning: Ten huize van Machir, den zoon van Ammiel, te Lodebar.5 Daarop liet koning David hem uit het huis van Machir den zoon van Ammiel, van Lodebar, halen.6 Toen Mefiboosjeth, de zoon van Sauls zoon Jonathan, bij David kwam, viel hij op zijn aangezicht en wierp zich neder. David zeide: Mefiboosjeth! en hij: Uw dienaar.7 En David zeide tot hem: Vrees niet; want ik zal u zeer zeker gunst betonen ter wille van uw vader Jonathan: ik zal u al de landerijen van uw vader Saul teruggeven, en gij zult geregeld aan mijn dis brood eten.8 Toen wierp hij zich neder en zeide: Wat is uw dienaar, dat gij naar een doden hond als ik ben omziet

9 Nu ontbood de koning Siba, den dienaar van Saul, en zeide tot hem: Alwat Saul en zijn ganse huis bezeten heeft geef ik aan den zoon uws heren;10 gij moet met uw zonen en slaven voor hem het land bebouwen en brood brengen aan het huis van uw heer, dat daarvan leven zal, terwijl Mefiboosjeth, uws heren zoon, geregeld brood zal eten aan mijn tafel. Siba nu had vijftien zonen en twintig slaven.11 En Siba zeide tot den koning: Naar alwat mijn heer de koning zijn dienaar beveelt zal uw dienaar doen. Zo at Mefiboosjeth aan Davids tafel als een van 's konings zonen.12 Hij had een jeugdigen zoon, Micha genaamd. En alle hoorigen van Siba's huis waren slaven van Mefiboosjeth.13 Mefiboosjeth zelf woonde te Jeruzalem; want hij at geregeld brood aan de tafel des konings. Hij was aan beide voeten kreupel.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile