Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

2 Koningen 11

1 Toen Athalja, de moeder van Ahazja, zag dat haar zoon gestorven was, maakte zij zich op en bracht het ganse koninklijk geslacht om.2 Maar Joseba, de dochter van koning Joram, Ahazja's zuster, nam Joas, den zoon van Ahazja, stal hem met zijn voedster uit het midden der prinsen, die gedood werden, en verborg hem in de beddenkamer voor Athalja; zodat hij niet gedood werd.3 En hij bleef bij haar, in het huis des Heeren, verscholen, zes jaar lang; terwijl Athalja het land regeerde.

4 Maar in het zevende jaar zond Jojada om de oversten der Kariers en trawanten en liet hen bij zich komen in het huis des Heeren, sloot een verbond met hen, dat hij hen deed bezweren in het huis des Heeren, en toonde hun den zoon des konings.5 Daarop gaf hij hun dezen last: Ziet hier wat gij doen moet: het derde deel uit u, zij die op den sabbat inrukken en de wacht van het paleis hebben,6 11.2ki.nl.lie.ot.his011:007 en de beide afdelingen van u, allen die op den sabbat uittrekken, zullen de wacht van het huis des Heeren bij den koning hebben.8 Gij zult u rondom den koning scharen, elk met zijn wapenen in de hand; wie dan binnen de gelederen komt wordt gedood; en gij moet bij den koning blijven, waar hij gaat of komt.9 De oversten deden nu naar alwat de priester Jojada hun gelaat had: ieder nam zijn manschappen, die op den sabbat inrukten met die op den sabbat uittrokken, en kwam bij den priester Jojada,10 die aan de oversten de speren en beukelaars gaf van koning David, die in den tempel waren.11 En toen de trawanten, elk met zijn wapenen in de hand, hadden postgevat van de zuidzijde tot de noordzijde des tempels, bij het altaar en den tempel, om den koning heen,12 bracht hij den zoon des konings naar buiten, zette hem den diadeem op, deed hem de armbanden aan, maakte hem tot koning en zalfde hem, terwijl men in de handen klapte en zeide: Leve de koning!

13 Toen Athalja de trawanten en het volk hoorde, ging zij tot het volk in het huis des Heeren.14 Daar zag zij den koning staan bij de zuil, naar het gebruik, en de oversten en de trompetten bij den koning, en al het volk des lands zich verheugende en de trompet blazende. Toen scheurde Athalja haar klederen en riep: Verraad, verraad!15 En de priester Jojada gelastte den oversten, den bestuurders van het heir, en zeide tot hen: Brengt haar tussen de gelederen naar buiten, en elk die achter haar komt worde met het zwaard gedood. Want de priester had gezegd: Zij worde niet gedood in het huis des Heeren.16 En zij sloegen de hand aan haar, zodat zij door den ingang der paarden kwam in het paleis; alwaar zij gedood werd.

17 Daarna sloot Jojada het verbond tussen den Heer en koning en volk, dat het een volk des Heeren zou zijn;18 en al het volk des lands ging naar den tempel van den Baal, wierp zijn altaren omver, brak zijn beelden kort en klein, en doodde Mattan, den priester van den Baal, voor de altaren. Daarna stelde de priester opzieners aan over het huis des Heeren.19 Toen nam hij de oversten, de Kariers en trawanten, en al het volk des lands, en zij voerden den koning af uit het huis des Heeren en kwamen door de poort der trawanten in het paleis; waar hij zich op den koningstroon zette.20 Al het volk des lands verheugde zich, terwijl de stad rust had. Athalja hadden zij met het zwaard in het paleis gedood.21 Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd.

span data-lang="dut" data-trans="lie" data-ref="2ki.11.1" class="versetxt">1 Toen Athalja, de moeder van Ahazja, zag dat haar zoon gestorven was, maakte zij zich op en bracht het ganse koninklijk geslacht om.2 Maar Joseba, de dochter van koning Joram, Ahazja's zuster, nam Joas, den zoon van Ahazja, stal hem met zijn voedster uit het midden der prinsen, die gedood werden, en verborg hem in de beddenkamer voor Athalja; zodat hij niet gedood werd.3 En hij bleef bij haar, in het huis des Heeren, verscholen, zes jaar lang; terwijl Athalja het land regeerde.

4 Maar in het zevende jaar zond Jojada om de oversten der Kariers en trawanten en liet hen bij zich komen in het huis des Heeren, sloot een verbond met hen, dat hij hen deed bezweren in het huis des Heeren, en toonde hun den zoon des konings.5 Daarop gaf hij hun dezen last: Ziet hier wat gij doen moet: het derde deel uit u, zij die op den sabbat inrukken en de wacht van het paleis hebben,6 11.2ki.nl.lie.ot.his011:007 en de beide afdelingen van u, allen die op den sabbat uittrekken, zullen de wacht van het huis des Heeren bij den koning hebben.8 Gij zult u rondom den koning scharen, elk met zijn wapenen in de hand; wie dan binnen de gelederen komt wordt gedood; en gij moet bij den koning blijven, waar hij gaat of komt.9 De oversten deden nu naar alwat de priester Jojada hun gelaat had: ieder nam zijn manschappen, die op den sabbat inrukten met die op den sabbat uittrokken, en kwam bij den priester Jojada,10 die aan de oversten de speren en beukelaars gaf van koning David, die in den tempel waren.11 En toen de trawanten, elk met zijn wapenen in de hand, hadden postgevat van de zuidzijde tot de noordzijde des tempels, bij het altaar en den tempel, om den koning heen,12 bracht hij den zoon des konings naar buiten, zette hem den diadeem op, deed hem de armbanden aan, maakte hem tot koning en zalfde hem, terwijl men in de handen klapte en zeide: Leve de koning!

13 Toen Athalja de trawanten en het volk hoorde, ging zij tot het volk in het huis des Heeren.14 Daar zag zij den koning staan bij de zuil, naar het gebruik, en de oversten en de trompetten bij den koning, en al het volk des lands zich verheugende en de trompet blazende. Toen scheurde Athalja haar klederen en riep: Verraad, verraad!15 En de priester Jojada gelastte den oversten, den bestuurders van het heir, en zeide tot hen: Brengt haar tussen de gelederen naar buiten, en elk die achter haar komt worde met het zwaard gedood. Want de priester had gezegd: Zij worde niet gedood in het huis des Heeren.16 En zij sloegen de hand aan haar, zodat zij door den ingang der paarden kwam in het paleis; alwaar zij gedood werd.

17 Daarna sloot Jojada het verbond tussen den Heer en koning en volk, dat het een volk des Heeren zou zijn;18 en al het volk des lands ging naar den tempel van den Baal, wierp zijn altaren omver, brak zijn beelden kort en klein, en doodde Mattan, den priester van den Baal, voor de altaren. Daarna stelde de priester opzieners aan over het huis des Heeren.19 Toen nam hij de oversten, de Kariers en trawanten, en al het volk des lands, en zij voerden den koning af uit het huis des Heeren en kwamen door de poort der trawanten in het paleis; waar hij zich op den koningstroon zette.20 Al het volk des lands verheugde zich, terwijl de stad rust had. Athalja hadden zij met het zwaard in het paleis gedood.21 Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile