Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

1 Samuël 7

1 En de burgers van Kirjath-jearim kwamen en haalden de ark des Heeren; zij brachten haar in het huis van Abinadab op den heuvel; waarna zij zijn zoon Eleazar wijdden om de ark des Heeren te bewaken.2 Toen een geruime tijd verlopen was, nadat de ark te Kirjath-jearim een verblijfplaats gekregen had, twintig jaren, keerde zich het ganse huis Israel tot den Heer.

3 En Samuel zeide tot het ganse huis Israel: Indien gij van ganser harte u bekeert tot den Heer, doet dan de vreemde goden, de baals en de Astarte's, uit uw midden weg, richt uw hart op den Heer en dient alleen hem; opdat hij u verlosse uit de hand der Filistijnen.4 Nu deden de Israelieten de baals en de Astarte's weg en dienden den Heer alleen.5 Daarop zeide Samuel: Verzamelt gans Israel te Mispa, opdat ik voor u tot den Heer bidde.6 En zij verzamelden zich te Mispa, schepten water, goten dat voor's Heeren aangezicht uit, vastten te dien dage en zeiden: Wij hebben tegen den Heer gezondigd! En Samuel sprak recht over de Israelieten te Mispa.

7 Zodra de Filistijnen hoorden dat de Israelieten zich te Mispa verzameld hadden, trokken de vorsten der Filistijnen tegen Israel op, en toen de Israelieten dat hoorden, werden zij voor de Filistijnen bevreesd8 en zeiden zij tot Samuel: Laat niet na voor ons tot den Heer, onzen god, te roepen, dat hij ons verlosse uit de hand der Filistijnen.9 Toen nam Samuel een zuiglam, offerde dat ten brandoffer aan den Heer, en riep den Heer aan voor Israel. En de Heer antwoordde hem.10 Terwijl toch Samuel het brandoffer bracht en de Filistijnen tegen Israel ten strijde oprukten, donderde de Heer met geweldig geluid te dien dage over de Filistijnen en bracht hen in verwarring, zodat zij voor Israel de nederlaag leden.11 De mannen van Israel trokken uit Mispa, vervolgden de Filistijnen en versloegen hen tot beneden Beth-kar.12 Toen nam Samuel een steen, plaatste dien tussen Mispa en Hajjesjana, noemde hem Eben-haezer (de helpende steen) en zeide: Tot dusverre heeft de Heer ons geholpen.

13 De Filistijnen werden vernederd, zodat zij voortaan niet meer op Israels grondgebied kwamen; en 's Heeren hand drukte op de Filistijnen zolang Samuel leefde.14 En de steden welke de Filistijnen aan Israel hadden ontnomen kwamen weder aan Israel, van Ekron tot Gath; ook haar gebied werd door Israel aan de hand der Filistijnen ontwrongen. En het was vrede tussen Israel en de Amorieten.15 En Samuel was richter over Israel zolang hij leefde.16 Telken jare bezocht hij op een rondreis Bethel, Gilgal en Mispa en sprak recht over Israel aan al deze plaatsen;17 waarna hij telkens naar Rama terugkeerde; want daar was zijn huis en daar sprak hij recht over Israel. Ook bouwde hij er een altaar voor den Heer.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile