the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Samuël 21
1 David nu kwam te Nob bij den priester Ahimelech. Ontsteld ging deze hem tegemoet en zeide tot hem: Hoe komt het dat gij alleen zijt en niemand bij u hebt?2 David zeide tot den priester Ahimelech: De koning heeft mij iets opgedragen en tot mij gezegd: Niemand mag weten van de zaak waarvoor ik u uitzend en die ik u heb opgedragen. Daarom heb ik mijn volgers op die en die plaats bescheiden.3 Indien gij een brood of vijf bij de hand hebt, geef mij die dan, of wat gij maar hebt.4 Hierop gaf de priester David ten antwoord: Gewoon brood heb ik niet bij de hand; maar er is wel heilig brood. Als uw volgers zich maar van hun vrouwen hebben onthouden!5 David antwoordde den priester en zeide tot hem: Gisteren en eergisteren zijn wij reeds van onze vrouwen verwijderd geweest; toen ik op weg ging waren al mijn volgers rein, hoeveel te meer zullen zij heden rein zijn.6 Daarop gaf de priester hem van het heilige brood; want er was geen ander brood dan het toonbrood, dat van voor den Heer werd weggenomen om als het weggenomen werd door vers brood vervangen te worden. --7 Te dien dage bevond zich daar een van Sauls dienaren, opgesloten voor den Heer, met name Doeg, de Edomiet, de opperherder van Saul.8 Voorts zeide David tot Ahimelech: Zie eens, of gij hier niet een speer of een zwaard bij de hand hebt. Want ik heb noch mijn zwaard noch mijn wapens medegenomen, daar het bevel des konings zo plotseling kwam.9 De priester zeide: Het zwaard van Goliath, den Filistijn, dien gij in het dal van de terebint verslagen hebt, hangt daar in een laken achter den efod. Wilt gij dat medenemen, neem het; want hier is geen ander. Toen zeide David: Zo is er geen tweede! Geef het mij. En hij gaf het hem.
10 Te dien dage maakte David zich op en vlood voor Saul. En hij kwam tot Achis, den koning van Gath.11 Achis dienaren zeiden tot hem: Dit is immers David, de koning des lands? Hem ter ere zongen zij immers bij beurtzang: Verslagen heeft Saul zijn duizenden, David zijn tienduizenden.12 En David nam deze woorden ter harte en werd zeer bevreesd voor Achis, den koning van Gath.13 Daarom gedroeg hij zich in hun tegenwoordigheid als een krankzinnige, stelde zich onder hun handen als een razende aan, trommelde op de deuren der poort en liet zijn speeksel in zijn baard lopen.14 Toen zeide Achis tot zijn dienaren: Daar ziet gij een waanzinnige! Waarom brengt gij dien bij mij?15 Heb ik gebrek aan waanzinnigen, dat gij dezen hier gebracht hebt, opdat hij mij zijn waanzin toone? Moet deze in mijn huis komen?