Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

1 Kronieken 24

1 Wat de Aaronieten betreft, dit waren hun afdelingen. De zonen van Aaron: Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar.2 Maar Nadab en Abihu stierven voor het aangezicht van hun vader, zonderdat zij zonen hadden. Zo bekleedden Eleazar en Ithamar het priesterschap.3 En David, met Sadok uit de zonen van Eleazar, en Ahimelech uit die van Ithamar, deelde hen voor hun taak in hun dienst in.4 Daar nu de zonen van Eleazar, wat betreft de hoofden der mannen, talrijker bleken te zijn dan die van Ithamar, deelden zij hen aldus in: de zonen van Eleazar kregen zestien familiehoofden, die van Ithamar naar hun familien acht.5 Nu deelden zij hen in door het lot den een met den ander; want er waren heilige vorsten en vorsten Gods niet slechts uit de zonen van Eleazar maar ook uit die van Ithamar geweest.6 De schrijver Sjemaja, de zoon van Nethaneel, een Leviet, schreef hen op voor den koning, de vorsten, den priester Sadok, Ahimelech, den zoon van Abjathar, en de familiehoofden der priesters en der Levieten; beurtelings werd een familie voor Eleazar en een voor Ithamar getrokken.7 Het eerste lot kwam uit voor Jojarib, het tweede voor Jedaja,8 het derde voor Harim, het vierde voor Seorim,9 het vijfde voor Malkia, het zesde voor Mijjamin,10 het zevende voor Hakkos, het achtste voor Abia,11 het negende voor Jezua, het tiende voor Sjechanja,12 het elfde voor Eljasjib, het twaalfde voor Jakim,13 het dertiende voor Huffa, het veertiende voor Jesjebeab,14 het vijftiende voor Bilga, het zestiende voor Immer,15 het zeventiende voor Hezir het achttiende voor Happisses,16 het negentiende voor Pethahja, het twintigste voor Ezechiel,17 het een en twintigste voor Jachin, het twee en twintigste voor Gamul,18 het drie en twintigste voor Delaja, het vier en twintigste voor Maazja.19 Dit was hun ambtsordening voor hun dienst, volgens welke zij in des Heeren huis moesten komen, overeenkomstig de hun door hun vader Aaron gegeven verordeningen, zoals de Heer, de god van Israel, dezen gelast had.

20 Wat de overige zonen van Levi betreft, van de zonen van Amram waren: Sjubael en Rehabja; van de zonen van Sjubael: Jehdeja;21 van de zonen van Rehabja: Isjia, het hoofd.22 Van de Jisharieten: Sjelomoth; van de zonen van Sjelomoth: Jahath.23 Van de zonen van Hebron: Jeria, het hoofd, Amarja, de tweede, Jehaziel, de derde, Jekameam, de vierde.24 De zonen van Uzziel: Micha, van de zonen van Micha: Sjamir;25 Micha's broeder was Issjia; van de zonen van Issjia: Zacharja.26 De zonen van Merari: Mahli en Musji;27 de zonen van Merari door zijn zoon Jaazia: Sjoham, Zakkur en Ibri.28 Van Mahli: Eleazar; doch deze had geen zonen;29 van Kis: de zoon van Kis: Jerahmeel.30 De zonen van Musji: Mahli, Eder en Jerimoth. Dit waren de zonen der Levieten naar hun familien.31 En ook dezen wierpen het lot zoogoed als hun broeders, de zonen van Aaron, voor koning David, Sadok, Ahimelech en de familiehoofden der priesters en der Levieten, de voornaamste familie zoogoed als haar minste zuster.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile