the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 27
1 Een psalm van David. De Heer is mijn licht en mijn heil, voor wien zou ik vrezen? De Heer is mijne levenskracht, voor wien zou ik beven?2 Daarom, zo de bozen, mijne tegenpartijders en vijanden, mij naderen om mijn vlees te eten, moeten zij struikelen en vallen.3 Al legert zich een heir tegen mij, zo vreest nochtans mijn hart niet; al ontstond er oorlog tegen mij, zo verlaat ik mij op Hem.4 Ene zaak bid ik van den Heer, die had ik gaarne: dat ik in het huis des Heren blijven mocht mijn leven lang, om den schonen godsdienst des Heren te aanschouwen, en zijnen tempel te bezoeken.5 Want Hij verschuilt mij in zijne hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij heimelijk in zijne tent en verhoogt mij op ene steenrots.6 Ook zal Hij nu mijn hoofd verheffen boven mijne vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in zijne hut lof offeren, ik zal voor den Heer zingen en lofzeggen.
7 Heer, hoor mijne stem, als ik roep, wees mij genadig en verhoor mij.8 Mijn hart houdt zich aan uw bevel: Zoekt mijn aangezicht! Daarom zoek ik ook, Heer, uw aangezicht.9 Verberg uw aangezicht niet voor mij, en verstoot niet in toorn uwen knecht; want Gij zijt mijne hulp; verlaat mij niet en trek de hand niet van mij af, God, mijn heil!10 Want vader en moeder mogen mij verlaten, maar de Heer neemt mij aan.11 Heer, wijs mij uwen weg, en leid mij op de rechte baan, om mijner vijanden wil.12 Geef mij niet over aan den wil mijner vijanden; want valse getuigen staan tegen mij op, en doen mij onrecht zonder schroom.13 Maar ik geloof toch, dat ik het goede des Heren zien zal in het land der levenden.14 Wacht op den Heer, wees sterk en onversaagd; ja, wacht op den Heer.