the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Filippenzen 2
1 Is er nu enige vermaning in Christus, is er enige troost der liefde, is er enige gemeenschap des geestes, is er enige hartelijke liefde en ontferming bij u,2 zo vervult mijne vreugd, dat gij eensgezind zijt, gelijke liefde hebt, van n gemoed en n gevoelen zijt.3 Doet niets uit naijver of om ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander hoger dan zichzelven.4 Een ieder zie niet op het zijne, maar ook op hetgeen der anderen is.5 Want ieder zij gezind gelijk Jezus Christus ook was,6 die, hoewel hij in Goddelijke gedaante was, het Gode gelijk zijn niet voor een roof hield,7 maar daarvan afstand deed, en de gedaante van een knecht aannam, en werd gelijk een mens,8 en in het gelaat als een mens bevonden; hij vernederde zichzelven en werd gehoorzaam tot den dood, ja, tot den dood aan het kruis.9 Daarom heeft God hem ook uitermate verhoogd, en hem een naam gegeven, die boven alle namen is,10 opdat in den naam van Jezus zich buigen zullen alle knien dergenen, die in den hemel en op de aarde en onder de aarde zijn,11 en alle tongen bekennen zullen, dat Jezus Christus de Heer is, ter ere Gods des Vaders.
12 Alzo, mijne geliefden, gelijk gij altijd gehoorzaam geweest zijt, niet alleen in mijne tegenwoordigheid, maar ook veelmeer nu in mijne afwezigheid, werkt dat gij zalig wordt met vreze en beven;13 want God is het, die in u werkt beide het willen en het doen, naar zijn welbehagen.
14 Doet alle dingen zonder murmurering en zonder tegenspraak,15 opdat gij zijn moogt onberispelijk en louter, en Gods kinderen, onstraffelijk in het midden van een ontaard en verkeerd geslacht, onder hetwelk gij schijnt als lichten in de wereld;16 doordat gij u vasthoudt aan het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs gelopen noch tevergeefs gearbeid heb.17 En indien ik zelfs geofferd werd bij het offer en de bediening van uw geloof, zo verblijd ik mij, en verblijd mij met u allen;18 en om datzelfde moet gij u ook verblijden, en zult u met mij verblijden.19 Maar ik hoop in den Heere Jezus Timthes welhaast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik verneem hoe het met u staat.20 Want ik heb niemand die, zo gelijk van zin met mij zijnde, zo hartelijk voor u zorgt;21 want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus is.22 En gij kent zijne beproefdheid; want als een kind zijnen vader, zo heeft hij met mij gediend in het Evangelie.23 Dezen nu hoop ik terstond te zenden, zodra ik van den afloop mijner zaken iets zal vernomen hebben;24 doch ik vertrouw in den Heer, dat ik ook zelf spoedig komen zal.25 Maar ik heb nodig geacht den broeder Epafrodtus tot u te zenden, die mijn helper en medestrijder, en uw afgezondene en dienaar mijner nooddruft is,26 dewijl hij naar u allen verlangen had, en zeer bekommerd was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was.27 En hij is ook doodkrank geweest; maar God heeft zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet de ene treurigheid op de andere zou hebben.28 Ik heb hem dan des te spoediger gezonden, opdat, wanneer gij hem ziet, gij weder verblijd zoudt worden en ik ook minder treurigheid zou hebben.29 Zo neemt hem dan aan in den Heer met alle vreugde, en houdt dezulken in waarde;30 want om het werk van Christus was hij den dood nabij gekomen, toen hij zijn leven gering achtte, om aan te vullen wat aan uw dienstbetoon jegens mij nog ontbrak.