Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Micha 7

1 Ach, het gaat mij als een, die in den wijnberg naleest, waar men geen druiven vindt om te eten; en ik wilde nochtans gaarne van de beste vruchten hebben.2 De vrome lieden zijn weg uit het land en rechtvaardigen zijn er niet meer onder de lieden; allen loeren zij op bloed, ieder maakt jacht op den ander om hem te verderven.3 Zij menen, dat zij wl daaraan doen, als zij kwaaddoen; wat de vorst begeert, dat spreekt de rechter, opdat hij hem wederdienst zou doen; de machtigen geven raad naar hunnen moedwil om schade te doen en draaien het zoals zij willen.4 De beste onder hen is als een doorn en de braafste als ene doornhaag; maar als de dag uwer predikers zal komen, als gij bezocht zult worden, dan zullen wij niet weten waarheen.5 Niemand gelove zijnen naaste, niemand verlate zich op een boezemvriend; bewaar de deur uws monds voor haar, die in uwe armen slaapt.6 Want de zoon veracht den vader, de dochter stelt zich tegen de moeder, de schoondochter is tegen de schoonmoeder en des mensen vijanden zijn zijne eigene huisgenoten.

7 Maar ik wil op den Heer zien en op den God mijns heils wachten; mijn God zal mij horen.8 Verblijd u niet, mijne vijandin, omdat ik ternederlig: ik zal weder opkomen; en of ik al in het duister zit, zo is echter de Heer mijn licht.9 Ik wil den toorn des Heren dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijne zaak uitvoert en mij recht beschikt: Hij zal mij aan het licht brengen, dat ik mijnen lust aan zijne genade zal zien.10 Mijne vijandin zal het moeten zien en geheel beschaamd staan, die nu tot mij zegt: Waar is de Heer, uw God? Mijne ogen zullen het zien, dat zij dan als slijk op de straat vertreden wordt.11 In dien tijd zullen uwe muren gebouwd worden en Gods woord zal van verre komen.12 En in dien tijd zullen zij tot u komen van Assur tot de steden van Egypte en van Egypte tot aan de rivier, van de ene zee tot de andere, van het ene gebergte tot het andere.13 Want dit land zal verwoest worden om zijner inwoners wil: dat zal de vrucht hunner werken zijn.

14 Gij echter, weid uw volk met uwen staf, de kudde uws erfdeels, die afgezonderd woont in het woud midden op den Karmel; laat hen in Basan en Gilead weiden als van ouds af.15 Ik zal hun wonderen laten zien, gelijk ten tijde, toen zij uit Egypteland trokken;16 dat de volken het zien en al hunne machtigen zich zullen schamen; en dat zij de hand op hunnen mond leggen en hunne oren toehouden;17 zij zullen stof likken als de slangen en gelijk het gewormte bevend uit hunne holen komen; zij zullen vrezen voor den Heer, onzen God, en zich voor u ontzetten.18 Waar is een God gelijk Gij, die de zonden vergeeft en de misdaad kwijtscheldt den overgeblevenen zijns erfdeels, die zijnen toorn niet eeuwiglijk behoudt, maar barmhartig is?19 Hij zal zich weder over ons ontfermen, onze misdaden uitdelgen en al onze zonden in de diepten der zee werpen.20 Gij zult Jakob uwe trouw en Abraham de genade houden, gelijk Gij onzen vaderen Vr langen tijd hebt gezworen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile