the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Leviticus 2
1 En wanneer iemand den Heer een spijsoffer wil brengen, zo zal het van meelbloem zijn; en hij zal er olie opgieten, en er wierook opleggen;2 en hij zal het alzo brengen tot de priesters, Arons zonen. Alsdan zal de priester zijne hand vol nemen van deze meelbloem en olie, benevens al den wierook, en hij zal het op het altaar ontsteken tot ene gedachtenis. Dit is een vuuroffer tot een liefelijken reuk voor den Heer.3 Maar het overige van het spijsoffer zal voor Aron en zijne zonen zijn. Dit zal het allerheiligste zijn van de vuuroffers voor den Heer.4 Wilt gij echter een spijsoffer brengen van iets wat gebakken wordt in den oven, zo neme men koeken van meelbloem, ongezuurd, met olie gemengd, en ongezuurde vladen met olie bestreken.5 Of is uw spijsoffer iets van hetgeen gebakken wordt in de pan, zo zal het zijn van ongezuurde meelbloem, met olie gemengd.6 En gij zult het in stukken delen en olie daarop gieten, dan is het een spijsoffer.7 Of is uw spijsoffer iets, op den rooster geroost, zo zult gij het bereiden van meelbloem met olie.8 En gij zult dat spijsoffer, hetwelk gij daarvan bereid hebt voor den Heer, tot den priester brengen; die zal het op het altaar brengen.9 En hij zal een deel van dat spijsoffer opheffen tot ene gedachtenis, en het op het altaar ontsteken. Dit is een vuuroffer tot een liefelijken reuk voor den Heer.10 Maar het overige zal voor Aron en zijne zonen zijn. Dit zal het allerheiligste zijn van de vuuroffers voor den Heer.
11 Alle spijsoffer, dat gij den Heer brengen wilt, zult gij zonder zuurdeeg bereiden; want daaronder zal geen zuurdeeg noch honig tot een vuuroffer voor den Heer ontstoken worden.12 Maar gij moogt die den Heer tot een eersteling brengen; doch zij zullen op het altaar niet ontstoken worden tot een liefelijken reuk.13 Al uw spijsoffer zult gij zouten, en uw spijsoffer zal nimmer zonder het zout des verbonds van uwen God zijn; want bij al uwe offers zult gij zout offeren.14 Maar wilt gij den Heer een spijsoffer brengen van de eerste vruchten, zo zult gij de verse aren, aan het vuur gedroogd, klein stoten, en alzo het spijsoffer van uwe eerste vruchten brengen;15 en gij zult olie daarbij doen, en wierook daarop leggen; dan is het een spijsoffer.16 En de priester zal het offer van het gestoten graan en van de olie, benevens al den wierook, ontsteken tot ene gedachtenis. Dit is een vuuroffer voor den Heer.