Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Job 9

1 Job antwoordde en sprak:2 Ja, ik weet zeer wel, dat het zo is, dat een mens niet rechtvaardig kan zijn bij God.3 Heeft Hij lust met hem te twisten, zo kan hij Hem van duizend vragen niet n beantwoorden.4 Hij is wijs en machtig: wien is het ooit gelukt, die zich tegen Hem gekant heeft?5 Hij verzet bergen, eer zij het gewaarworden, welke Hij in zijnen toorn omkeert.6 Hij beweegt de aarde uit hare plaats, dat hare pilaren beven.7 Hij spreekt tot de zon, zo gaat zij niet op; en Hij verzegelt de sterren.8 Hij breidt den hemel uit, Hij alleen, en wandelt op de baren der zee.9 Hij maakt den Wagen aan den hemel, en den Orion, en het Zevengesternte, en de sterren tegen het Zuiden.10 Hij doet grote dingen, die men niet onderzoeken kan, en wonderen, die ontelbaar zijn.11 Zie, Hij gaat mij voorbij, eer ik het gewaar word, en gaat voor mij heen, eer ik het merk.12 Zie, als Hij schielijk iets wegrooft, wie kan het Hem doen wederhalen? Wie kan tot Hem zeggen: wat doet Gij?13 Hij is God: niemand kan zijnen toorn stillen, onder Hem moeten zich buigen de helpers Rachabs.

14 Hoe zou ik Hem dan antwoorden, en wat woorden vinden tegen Hem?15 Al ware het ook, dat ik recht had, zo zou ik Hem nochtans niet kunnen antwoorden; maar ik moet mijnen rechter smeken.16 Als ik Hem al aanroep en Hij mij hoort, zo geloof ik nochtans niet, dat Hij mijne stem verhoort;17 want Hij vaart over mij met onstuimigheid, en vermeerdert mijne woorden zonder oorzaak;18 Hij laat mijnen geest geen verkwikking toe, maar Hij maakt mij vol droefenis.19 Komt het op macht aan, zo is Hij te machtig; komt het op recht aan, wie zal mijn getuige zijn?20 Zeg ik, dat ik rechtvaardig ben, Hij zal mij toch verdoemen; of vroom, zo maakt Hij mij toch tot onrecht.21 Ben ik onschuldig, ik vraag niet naar mijne ziel; ik begeer geen leven meer.

22 Dit is het ene, dat ik gezegd heb: Hij brengt zowel den vrome als den goddeloze om.23 Als Hij begint te geeselen, dan doodt Hij schielijk, en bespot de bezoeking der onschuldigen.24 Alsdan wordt het land gegeven in de hand des goddelozen, die het aangezicht zijner rechters bedekt. Is het niet Z, hoe zou het anders zijn?

25 Alzo vlogen ook mijne dagen sneller heen dan een loper; zij zijn gevloden, en hebben niets goeds beleefd;26 zij zijn voortgegaan als de snelle schepen, zoals een arend vliegt tot de spijs.27 Als ik denk: Ik wil mijne klacht vergeten, en mijn misbaar laten varen en mij verkwikken,28 dan vrees ik voor al mijne smarten, dewijl ik weet, dat Gij mij niet onschuldig laat zijn.29 Ben ik goddeloos, waarom zal ik langer vergeefse moeite doen?30 Al wies ik mij met sneeuwwater, en reinigde mijne handen aan de fontein,31 zo zult Gij mij nochtans in het slijk dompelen, zodat mijne klederen mij zullen gruwen.32 Want Hij is mijnsgelijke niet, wien ik zou mogen antwoorden om met elkander in het gerecht te komen;33 er is geen scheidsman tussen ons, om zijne hand tussen ons beiden te leggen:34 Hij neme zijne rede van mij, en late late zijne verschrikking van mij,35 opdat ik moge spreken en voor Hem niet behoeve te vrezen; want ik weet, dat ik een zodanige niet ben.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile