Christmas Day
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jesaja 57
1 De rechtvaardige komt om, en niemand is er, die het ter harte neemt; en de heilige lieden worden weggeraapt, en niemand let er op; doch de rechtvaardigen worden weggeraapt Vr het ongeluk;2 en die recht voor zich heen gewandeld hebben, komen tot den vrede, en rusten op hunne legersteden.
3 Maar gij, komt nader herwaarts, gij kinderen der wichelares, gij zaad des overspels en der hoererij.4 Aan wien zult gij nu uwen lust hebben; tegen wien zult gij nu den mond opsperren en de tong lang uitsteken? Zijt gij niet kinderen der overtreding, en een bastaardzaad,5 die met de afgoden uwe blakende lusten boet onder alle groen geboomte, en de kinderen slacht aan de beken, onder in de kloven der rotsen?6 Aan de gladde stenen der beken hebt gij uw deel, die, welke u toegedeeld zijn; en daarbij plengt gij nog drankoffer en offert spijsoffer: zou Ik Mij dit getroosten?7 Gij maakt uwe legerstede op een hogen berg, en gaat aldaar opwaarts om te offeren;8 en achter de deur en de posten zet gij uwe gedachtenis, want gij wendt u van Mij af en gaat opwaarts, en maakt uwe legerstede wijd, en verbindt u met hen; gij hebt hunne legersteden lief, waar gij ze ziet.9 Gij verschijnt met olie voor den koning, en hebt menigerlei kruiden, en zendt uwe gezanten ver heen, en vernedert u tot in den afgrond.10 Gij vermoeit u door de veelheid uwer wegen, en zegt niet: Ik zal het laten, maar gij voelt nog leven in uwe hand, daarom wordt gij niet moede.11 Maar voor wien zijt gij zo bezorgd en bevreesd? Want gij gaat met leugens om, en denkt aan Mij niet, en neemt het niet ter harte. Gij meent, dat Ik altoos zwijgen zal, en daarom vreest gij Mij niet.12 Maar Ik zal uwe gerechtigheid bekendmaken, en uwe werken, dat zij u geen nut zullen doen.
13 Wanneer gij roepen zult, laat dan de menigte uwer afgoden u helpen; doch de wind zal ze allen wegvoeren, een damp zal ze wegnemen. Maar wie op Mij betrouwt, die zal het land berven en mijnen heiligen berg bezitten14 en hij zal zeggen: Maakt baan, maakt baan, ruimt den weg, neemt den aanstoot uit den weg mijns volks.15 Want aldus zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid woont, wiens naam heilig is: Ik, die in de hoogte en in het heiligdom woon, maar ook bij de verslagenen en ootmoedigen van geest, om te verkwikken den geest der verootmoedigden en het hart der verslagenen,16 Ik zal niet altoos twisten en niet eindeloos toornig zijn; maar er zal van mijn aangezicht een geest waaien en Ik wil adem maken.
17 Ik was toornig over de ondeugd hunner gierigheid, en sloeg hen; Ik verborg Mij en was toornig; maar zij bleven evenwel den weg huns harten gaan.18 Maar toen Ik hunne wegen aanzag, genas Ik hen; en Ik leidde hen, en gaf hun weder troost, en dengenen, die over hen rouw droegen.19 Ik zal de vrucht der lippen scheppen: vrede, vrede hun, die ver, en hun, die nabij zijn, spreekt de Heer, en Ik zal hen genezen.20 Maar de goddelozen zijn als ene onstuimige zee, die niet stil kan zijn, en wier golven slijk en modder opwerpen;21 de goddelozen hebben geen vrede, spreekt mijn God.