the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Hebreeën 9
1 Het eerste had ook wel zijne inzettingen van eredienst en het aardse heiligdom.2 Want het voorste gedeelte van den Tabernakel was toebereid, in hetwelk de kandelaar was en de tafel en de toonbroden; en dat werd genaamd het Heilige.3 Maar achter het tweede voorhangsel was de Tabernakel, die het Allerheiligste genaamd werd;4 die had het gouden wierookvat, en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken, in welke was de gouden kruik met het manna, en de staf van Aron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;5 en boven over haar heen waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden; van welke dingen wij nu niet stuk voor stuk zullen spreken.6 Toen nu dit alzo toebereid was, gingen de priesters altijd in den voorsten Tabernakel om den dienst te volbrengen;7 maar in den tweeden ging slechts nmaal in het jaar alleen de hogepriester, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zijne eigen overtredingen en die des volks.
8 Daarmede duidde de Heilige Geest aan, dat de weg des heiligdoms nog niet geopenbaard was, zolang de eerste Tabernakel nog stond,9 die ene afbeelding voor dien tijd was, in welke gaven en offers geofferd werden, welke niet naar het geweten volkomen konden maken dengene, die den dienst verrichtte,10 die, met spijs en drank en menigerlei reinigingen, enkel inzettingen des vleses zijn, tot op den tijd der herstelling opgelegd.11 Maar Christus is gekomen als hogepriester der toekomende goederen, en is door een groteren en meer volkomen Tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, die niet van deze schepping is,12 ook niet door het bloed van bokken of kalveren, maar door zijn eigen bloed, nmaal ingegaan in het heiligdom, en heeft ene eeuwige verlossing teweeggebracht.13 Want indien het bloed van bokken en stieren, en de as van ene jonge koe, gesprengd, de onreinen heiligt tot de lichamelijke reinheid,14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die zichzelven door den eeuwigen Geest onbevlekt Gode geofferd heeft, ons geweten reinigen van de dode werken, om den levenden God te dienen!
15 En daarom is hij ook de Middelaar des nieuwen verbonds, opdat, nu zijn dood geschied is tot verlossing van de overtredingen onder het eerste verbond, degenen, die geroepen zijn, de beloofde eeuwige erfenis ontvangen zouden.16 Want waar een testament is, daar moet de dood bewezen worden desgenen, die het testament maakte;17 want een testament wordt vast door den dood, daar het nog geen kracht heeft, wanneer diegene nog leeft, die het gemaakt heeft.18 Daarom is ook het eerste verbond niet zonder bloed ingewijd.19 Want toen Mozes alle geboden naar de Wet aan al het volk verkondigd had, nam hij het bloed der kalveren en der bokken, met water en purperen wol en hysop, en besprengde het boek en al het volk,20 zeggende: "Dit is het bloed des verbonds, hetwelk God u geboden heeft".21 En ook de Tabernakel en al het gereedschap van den eredienst besprengde hij desgelijks met bloed.22 En bijna alle dingen worden met bloed gereinigd naar de Wet, en zonder bloedvergieten geschiedt geen vergeving.
23 Zo moesten nu de voorbeelden der hemelse dingen daarmede gereinigd worden; maar de hemelse dingen zelve moeten betere offers hebben dan gene.24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, dat een tegenbeeld is van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons.25 En dit niet, opdat hij zichzelven dikwijls zou offeren, gelijk de hogepriester alle jaren in het heiligdom gaat met vreemd bloed;26 anders had hij dikwijls moeten lijden van het begin der wereld af; maar nu is hij bij de voleinding der eeuwen nmaal verschenen, om door zijn eigen offer de zonde te niet te doen.27 En gelijk het den mensen gezet is nmaal te sterven,28 en daarna het oordeel, alzo zal ook Christus, na nmaal geofferd te zijn om veler zonden weg te nemen, ten tweeden male zonder zonde tot zaligheid verschijnen aan degenen, die op hem wachten.