Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Hebreeën 2

1 Daarom moeten wij des te meer acht geven op het woord, dat wij gehoord hebben, opdat wij niet verloren gaan.2 Want indien het woord, door de Engelen gesproken, vast geweest is, en elke overtreding en ongehoorzaamheid haar rechtvaardig loon ontvangen heeft,3 hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zulk ene zaligheid geen acht geven? die, nadat zij eerst gepredikt is door den Heer, onder ons bevestigd is geworden door degenen, die hem gehoord hebben;4 en God heeft medegetuigenis gegeven door tekenen en wonderen en menigerlei krachten, en met uitdelingen des Heiligen Geestes naar zijnen wil.

5 Want Hij heeft de toekomende wereld, van welke wij spreken, den Engelen niet onderdanig gemaakt.6 Maar iemand betuigt ergens, zeggende: "Wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt, en des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt!7 Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de Engelen, met eer en heerlijkheid hebt Gij hem gekroond, en hebt hem gesteld over de werken uwer handen;8 alles hebt Gij onder zijne voeten onderworpen". Want daarin, dat Hij hem alles onderdanig gemaakt heeft, heeft Hij niets overgelaten, dat hem niet onderdanig gemaakt is; maar nu zien wij nog niet, dat hem alles onderdanig gemaakt is.9 Maar hem, die een weinig minder gemaakt is dan de Engelen, namelijk Jezus, zien wij door het lijden des doods gekroond met eer en heerlijkheid, opdat hij door Gods genade voor allen den dood zou smaken.

10 Want het betaamde Hem, om wiens wil alle dingen zijn en door wien alle dingen zijn, dewijl Hij vele kinderen tot de heerlijkheid heeft geleid, den bewerker hunner zaligheid door lijden volkomen te maken.11 Want n die heiligt, n die geheiligd worden zijn allen uit nen; waarom hij zich ook niet schaamt hen broeders te noemen,12 zeggende: "lk zal uwen naam mijnen broederen verkondigen, en midden in de gemeente zal ik U lofzingen;13 en wederom: "lk wil mijn vertrouwen op Hem stellen"; en wederom: "Ziehier, ik en de kinderen, die God mij gegeven heeft".

14 Dewijl nu de kinderen vlees en bloed hebben, zo is hij dat gelijkerwijze deelachtig geworden, opdat hij door den dood de macht zou ontnemen aan dengene, die het geweld des doods had, dat is de duivel,15 en verlossen zou degenen, die door vrees des doods gedurende hun gehele leven der dienstbaarheid onderworpen waren.16 Want hij neemt nergens de Engelen aan, maar het zaad aan Abraham neemt hij aan.17 Daarom moest hij in alle dingen zijnen broederen gelijk worden, opdat hij een barmhartig en getrouw hogepriester voor God zou worden, om de zonden des volks te verzoenen.18 Want daar hij zelf verzocht is geworden in hetgeen hij geleden heeft, kan hij helpen degenen die verzocht worden.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile