the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Johannes 3
1 Ziet, welk ene liefde heeft de Vader ons betoond, dat wij Gods kinderen zouden heten! Daarom kent de wereld ons niet, want zij kent Hem niet.2 Geliefden, wij zijn nu Gods kinderen, en het is nog niet verschenen wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als het verschijnen zal, wij Hem gelijk zullen zijn, want wij zullen Hem zien gelijk Hij is.3 En ieder, die dezehoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is.
4 Wie de zonde doet, die doet ook het onrecht; en de zonde is het onrecht.5 En gij weet, dat hij verschenen is, opdat hij onze zonden zou wegnemen, en in hem is geen zonde.6 Wie in hem blijft, die zondigt niet; wie zondigt, die heeft hem niet gezien, noch gekend.7 Kinderen, laat niemand u verleiden. Wie de gerechtigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk hij rechtvaardig is.8 Wie de zonde doet, die is van den duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon Gods verschenen, opdat hij de werken des duivels vernietigen zou.9 Wie van God geboren is, die doet geen zonde; want zijn zaad blijft in hem, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.10 Daaraan wordt openbaar wie de kinderen Gods en de kinderen des duivels zijn. Ieder, die de gerechtigheid niet doet, en zijnen broeder niet liefheeft, is niet uit God.
11 Want dit is de verkondiging, die gij gehoord hebt van den beginne, dat wij elkander moeten liefhebben;12 niet gelijk Kan, die uit den boze was, en zijnen broeder vermoordde. En waarom vermoordde hij hem? Omdat zijne werken boos waren, en die zijns broeders rechtvaardig.13 Verwondert u niet, mijne broeders, zo de wereld u haat.
14 Wij weten, dat wij uit den dood in het leven gekomen zijn, want wij hebben de broeders lief; wie zijnen broeders niet liefheeft, die blijft in den dood.15 Wie zijnen broeder haat, die is een doodslager en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende.16 Hieraan hebben wij de liefde erkend, dat hij zijn leven voor ons gelaten heeft; en wij moeten ook het leven voor de broeders laten.17 Als nu iemand de goederen dezer wereld heeft, en hij ziet zijnen broeder gebrek hebben en sluit zijn hart voor hem toe, hoe blijft de liefde Gods in hem?18 Mijne kinderen, laat ons niet liefhebben met woorden noch met de tong, maar metterdaad en met waarheid.19 En hieraan weten wij, dat wij uit de waarheid zijn, en kunnen ons hart daarmede voor hem geruststellen,
20 dat, indien ons hart ons veroordeelt, God groter is dan ons hart, en alle dingen weet.21 Geliefden, indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God,22 en al wat wij bidden zullen wij van Hem ontvangen, want wij houden zijne geboden en doen hetgeen voor Hem behaaglijk is.
23 En dit is zijn gebod, dat wij geloven in den naam van zijnen Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.24 En wie zijne geboden houdt, die blijft in Hem, en Hij in dezen. En hieraan weten wij, dat Hij in ons blijft, aan den Geest, dien Hij ons gegeven heeft.