the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 85
1 Voor den orkestmeester. Van de Korahieten. Een psalm. (85-2) Gij hebt, Heer, welbehagen getoond in uw land, het lot van Jakob gewend;2 (85-3) vergeven de schuld van uw volk, al hun zonden bedekt;3 (85-4) uw verbolgenheid gans en al laten varen, afgelaten van de hitte uws toorns.4 (85-5) Herstel ons, God, die ons heil zijt, en doe uw wrevel over ons te niet.5 (85-6) Zult gij voor eeuwig tegen ons vergramd zijn? uw toorn laten duren van geslacht tot geslacht?6 (85-7) Zult gij ons niet weder levend maken; opdat uw volk zich in u verblijde?7 (85-8) Toon ons, Heer, uw goedertierenheid, en geef ons uw heil.
8 (85-9) Ik wil horen, wat de godheid, Heer, spreekt; want hij zal van vrede spreken tot zijn volk en zijn vromen, tot hen die zich met vertrouwen naar hem keren.9 (85-10) Ja, hun die hem vrezen is zijn heil nabij; zodat heerlijkheid zal wonen in ons land.10 (85-11) Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkander, gerechtigheid en vrede kussen malkaar;11 (85-12) de trouw ontspruit aan de aarde, en de gerechtigheid ziet neer van den hemel.12 (85-13) Ook geeft de Heer overvloed, en brengt ons land zijn gewas voort.13 (85-14) Gerechtigheid gaat voor hem uit, en let op den weg zijner schreden.