the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 81
1 Voor den orkestmeester. Op de wijze van "De Gattietische". Van Azaf. (81-2) Jubelt ter eer van God, onze sterkte, juicht ter eer van Jakobs God.2 (81-3) Stemt een lied aan en laat de pauken horen, de liefelijke citer met de luit.3 (81-4) Steekt de bazuin op nieuwemaan, op vollemaan voor onzen feestdag;4 (81-5) want dit is een inzetting voor Israel, een verordening van den God Jakobs;5 (81-6) hij heeft het als gebod in Jozef ingesteld, toen hij uittoog tegen Egypteland. Ik hoor een taal die ik niet kende:6 (81-7) Ik heb zijn schouder ontheven van den last, zijn handen lieten den draagkorf los.7 (81-8) In de benauwdheid riept gij, en ik verloste u, ik antwoordde u in donderomhulsel, toetste u bij het water van Meriba.
8 (81-9) Hoor, mijn volk, opdat ik u vermane, Israel, och of gij naar mij horen wildet!9 (81-10) Er zal onder u geen vreemde god zijn, en gij zult u voor geen buitenlandschen god neerwerpen.10 (81-11) Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypteland heb opgevoerd; doe uw mond wijd open, opdat ik dien vulle.11 (81-12) Maar mijn volk heeft naar mij niet gehoord, en Israel is mij niet ter wille geweest.12 (81-13) Dies liet ik hen gaan in de verstoktheid van hun hart, en wandelden zij in hun raadslagen.13 (81-14) Och of mijn volk naar mij hoorde, Israel op mijn wegen wandelde!14 (81-15) Welhaast zou ik hun vijanden vernederen, mijn hand doen nederkomen op hun tegenstanders;15 (81-16) des Heeren haters zouden hem vleien, en hun tijd zou komen voor eeuwig.16 (81-17) Met vet van tarwe zou ik hem spijzigen, ik zou u verzadigen met honing uit den rotssteen.