Lectionary Calendar
Saturday, February 1st, 2025
the Third Week after Epiphany
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 38

1 Een psalm van David. Bij het brengen van de aandenkingsgave. (38-2) Heer, kastijd mij niet in uw gramschap, tuchtig mij niet in uw verbolgenheid.2 (38-3) Want uw pijlen zijn in mij gedrongen, uw hand is op mij neergedaald.3 (38-4) Geen gave plek is aan mijn vlees vanwege uw grimmigheid, geen rust in mijn gebeente vanwege mijn zonde.4 (38-5) Want mijn overtredingen zijn mij over het hoofd gewassen, zij bezwaren mij als een te drukkende last.5 (38-6) Mijn wonden rieken en dragen, vanwege mijn verdwaasdheid;6 (38-7) ik ben gekromd en diep neergebogen, den gansen dag ga ik in het zwart;7 (38-8) want mijn lenden zijn vol ontsteking, er is geen gave plek aan mijn vlees.8 (38-9) Ik ben stijf geworden, hard geslagen, ik brul het uit, harder dan een leeuwin brult.9 (38-10) Heer, alwat ik verlang is u bekend, mijn zuchten is voor u niet verborgen.10 (38-11) Mijn hart bonst, mijn kracht is mij ontzonken, zelfs begeeft mij het licht mijner ogen.11 (38-12) Mijn vrienden en gezellen houden zich op een afstand van mijn plaag, mijn naastbestaanden blijven van verre staan.

12 (38-13) Zij die mijn leven bedreigen spannen strikken wie mijn ongeluk zoeken zeggen onheilspellende woorden, en hebben den gansen dag leugens in den mond.13 (38-14) Maar ik ben als een dove, ik hoor niet, als een stomme, die den mond niet opendoet.14 (38-15) Ik ben als iemand die niets hoort, die geen verwijt op de lippen neemt.15 (38-16) Want u, Heer, verbeid ik; gij zult antwoorden, Heer, mijn God.16 (38-17) Ik denk toch: Als zij zich maar niet over mij verblijden, geen hogen toon tegen mij voeren bij het wankelen van mijn voet!17 (38-18) Want ik ben op het punt te vallen, mijn lijden is mij geen ogenblik uit de gedachte;18 (38-19) mijn schuld toch moet ik belijden, ik moet bekommerd zijn over mijn zonde.19 (38-20) En zij die mij onverdiend vijandig zijn zijn sterk, talrijk zijn zij die mij zonder reden haten,20 (38-21) en die kwaad vergelden voor goed, mij bestrijden tot loon daarvoor dat ik het goede zocht.21 (38-22) Verlaat mij niet, Heer, mijn God, blijf niet verre van mij;22 (38-23) spoed u mij ter hulpe, Heer, gij, mijn heil.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile