the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 24
1 Van David. Een psalm. Aan den Heer behoort de aarde en haar volheid, de wereld met wie haar bewonen.2 Want hij heeft haar op zeeen gegrondvest, op stromen zet hij haar vast.
3 Wie mag den berg van den Heer beklimmen? wie staan in zijn heilige plaats?4 Die zuiver van handen en rein van hart is, die zich niet tot leugen laat vervoeren, noch valse eeden doet.5 Hij zal zegen van den Heer ontvangen, gerechtigheid van den God zijns heils.6 Zo is het geslacht van hen die naar hem vragen, die het aangezicht zoeken van Jakobs God.
7 Heft, poorten, uw bogen op, verheft u, overoude ingangen, dat de koning der ere inga!8 Wie is de koning der ere? De Heer, sterk en heldhaftig, de Heer, de krijgsheld.9 Heft, poorten, uw bogen op, heft ze op, overoude ingangen, dat de koning der ere inga!10 Wie is die koning der ere? De Heer der heirscharen, hij is de koning der ere.