the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 136
1 Looft den Heer, want hij is goed, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid.2 Looft den God der goden, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid.3 Looft den Heer der heren, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;4 hem, den Enige, die grote wonderen doet, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;5 die met wijsheid den hemel schiep, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;6 die de aarde uitbreidde over de wateren, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;7 die de grote lichten schiep, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;8 de zon om te heersen overdag, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;9 de maan en de starren om te heersen bij nacht, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;
10 die Egypte sloeg in zijn eerstgeborenen, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;11 en Israel uitvoerde uit zijn midden, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;12 met een sterke hand en een uitgestrekten arm, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;13 die de Schelfzee in stukken sneed, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;14 Israel er midden door deed gaan, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;15 en Farao en zijn heir in de Schelfzee uitschudde, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;16 die zijn volk deed gaan door de woestijn, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;17 die grote koningen versloeg want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;18 en geweldige koningen doodde, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;19 Sihon, den koning der Amorieten, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;20 en Og, den koning van Bazan, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;21 en hun land ten erfdeel schonk, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;22 ten erfdeel aan Israel, zijn dienaar, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;
23 die in onze vernedering onzer gedacht, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;24 en ons aan onze tegenstanders ontrukte, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid;25 die spijze geeft aan alle vlees, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid.26 Looft den God des hemels, want eeuwig duurt zijn goedertierenheid.