Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Spreuken 29

1 Een man vaak terechtgewezen maar hardnekkig wordt plotseling gebroken, onheelbaar.

2 Worden de rechtschapenen talrijk, dan verheugt zich het volk, maar heerst een boze, dan zucht het.

3 Wie de wijsheid liefheeft verheugt zijn vader, maar wie met lichtekooien omgaat richt een vermogen tegronde.

4 Een koning houdt door gerechtigheid een rijk in stand, maar wie tuk is op heffingen haalt het onderstboven.

5 Een die vleitaal spreekt tot zijn naaste spreidt een net voor diens schreden.

6 In het misdrijf van een slecht mens is een valstrik, maar de rechtschapene zal juichen en blijde zijn.

7 De rechtschapene erkent het recht der behoeftigen, maar de boze verstaat geen reden.

8 Lichtzinnigen steken een stad in brand, maar wijzen doen toorn bedaren.

9 Heeft een wijs man een rechtzaak met een zot, dan maakt deze rumoer en lacht, onbedaarlijk.

10 Bloedmenschen haten den deugdzame, en de bozen staan hem naar het leven.

11 De dwaas laat zijn toorn den vrijen loop, maar de wijze weet ten slotte dien te stillen.

12 Een heerscher die aan leugentaal het oor leent, zijn dienaren zijn allen slecht.

13 De arme en de geldschieter ontmoeten elkander; die aan beider ogen het licht schenkt is de Heer.

14 Een koning die eerlijk de behoeftigen richt, zijn troon zal voor altijd vaststaan.

15 Roede en terechtwijzing geven wijsheid, maar een knaap dien men in het wild laat lopen maakt zijn moeder te schande.

16 Vermeerderen zich de bozen, dan vermeerderen zich de misdaden, en de rechtschapenen zien hen met vreugde vallen.

17 Tuchtig uw zoon, opdat hij u rust gunne en u zielsgenot bereide.

18 Ontbreekt openbaring, dan wordt het volk bandeloos, maar wie de wet onderhoudt, heil hem!

19 Met woorden wordt een slaaf niet in tucht gehouden; want ook al begrijpt hij ze, hij stoort er zich niet aan.

20 Zaagt gij een man die zich overijlt in zijn woorden, van een dwaas is meer te hopen dan van hem.

21 Wie zijn slaaf van jongs af verwent, voor hem loopt het op jammer uit.

22 Een oplopend man veroorzaakt twist, een gramstorige misgaat zich vaak.

23 Eens mensen hoogmoed brengt hem in vernedering, maar de nederige van geest zal eer ontvangen.

24 Wie deelt met een dief haat zichzelf: hij zal een bezwering horen en de zaak niet aangeven.

25 Menschenvrees spant een strik, maar wie op den Heer vertrouwt wordt in veiligheid gebracht.

26 Velen zoeken het aangezicht van een heerscher, maar van den Heer is wat den mens toekomt.

27 Voor een rechtschapene is een onrechtpleger iets afschuwelijks, en voor den boze is het een brave van wandel.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile