the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Spreuken 18
1 Wie zich afscheidt zoekt eigen begeerte, hij keert zich tegen elk beleid.
2 De dwaas schept geen behagen in doorzicht, maar in het blootleggen van hetgeen in hem omgaat.
3 Komt de boze, dan komt ook de minachting, en met de schandvlek de hoon.
4 Diepe wateren zijn de woorden van eens mensen mond, een opborrelende beek, een bron van wijsheid.
5 Het is niet goed een boze voor te trekken, een onschuldige in het gericht op zijde te duwen.
6 Des dwazen lippen komen met twist aandragen, en zijn mond roept om een kloppartij.7 Des dwazen mond is zijn ongeluk, zijn lippen zijn een strik voor hemzelf.
8 Des oorblazers woorden zijn als lekkernijen: deze glijden af naar het binnenste der maag.
9 Reeds wie slap zijn werk doet is een broeder van den verderver.
10 Een sterke toren is 's Heeren naam; de rechtschapene loopt er heen en is veilig.
11 Voor den rijke is zijn vermogen als een sterke veste, en als een hooge muur--in zijn verbeelding.
12 Aan eens mensen val gaat zijn zelfverheffing vooraf, maar aan de eer de ootmoed.
13 Geeft iemand antwoord voordat hij hoort, zo strekt hem dit tot zotternij en schande.
14 Des mensen moed draagt zijn krankheid, maar een verslagen geest, wie beurt dien op?
15 Des verstandigen hart verwerft kennis, en der wijzen oor zoekt naar kennis.
16 Iemands geschenk maakt ruim baan voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid van aanzienlijken.
17 Wie het eerst zijn zaak voordraagt heeft gelijk; maar dan komt de ander en rekent hem na.
18 Het lot beslecht twisten en scheidt sterke mannen.
19 Een verongelijkte broeder is erger dan een sterke veste, en broedertwisten zijn als de grendel van een burg.
20 Van de vrucht zijns monds wordt iemands maag gevuld, van hetgeen zijn lippen opbrengen wordt hij verzadigd.
21 Dood en leven zijn in de macht der tong, wie haar beteugelen genieten haar vrucht.
22 Wie een vrouw vond heeft iets goeds gevonden, en een bewijs van's Heeren welbehagen verworven.
23 Smekend spreekt de arme, en de rijke antwoordt hard.
24 Soms brengen veel vrienden in ongeluk, maar er zijn vrienden die zich sterker hechten dan een broeder.