Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Numeri 34

1 De Heer sprak tot Mozes:2 Beveel den Israelieten en zeg hun: Wanneer gij in het land Kanaan komt, dan is dit het land dat u ten erfdeel zal toevallen, het land Kanaan naar zijn grenzen:3 De zuidzijde van uw land zal zijn van de woestijn Tsin langs Edom; aan de oostzijde zal de zuidelijke grens beginnen bij het uiteinde van de Zoutzee,4 dan lopen tegenover den Schorpioenenpas, en van daar over Tsin, totdat zij uitloopt ten zuiden van Kades-barnea. Van daar naar Hasar-addar, voorts over Asmon;5 en van Asmon zal de grens lopen naar de beek van Egypte, om aan de zee te eindigen.6 De westelijke grens zal voor u de Grote Zee met haar kust wezen; dit zal uw westelijke grens zijn.7 Dit zal voor u de noordelijke grens zijn: Van de Grote Zee af zult gij uw grenslijn trekken naar het gebergte,8 en van het gebergte af zult gij de grenslijn trekken tot den weg naar Hamath, en de grens zal uitlopen op Sedad.9 Van daar zal de grens gaan naar Zifron en eindigen bij Hasar-enan. Dit zal voor u de noordelijke grens zijn.10 Als oostelijke grens zult gij uw grenslijn trekken van Hasar-enan naar Sjefam;11 van Sjefam zal de grens afdalen naar Baal ten oosten van de bron en dan strijkelings langs het meer van Kinnereth, aan de oostzijde.12 Daarna daalt zij den Jordaan af en loopt uit op de Zoutzee. Dit zal u het land naar zijn grenzen aan alle kanten zijn.13 En Mozes gaf den Israelieten het volgend bevel: Dit is het land hetwelk gij door het lot verdelen zult, dat de Heer bevolen heeft aan de negen en een halven stam te geven.14 Want de stam der Rubenieten, naar zijn familien heeft een erfdeel ontvangen;15 desgelijks de stam der Gadieten, naar zijn familien; en de halve stam Manasse. Die twee en een halve stam hebben hun erfdeel aan de overzijde van den Jordaan bij Jericho, aan de oostzijde, ontvangen.

16 De Heer sprak tot Mozes:17 Dit zijn de namen der mannen die onder u het land zullen verdelen: de priester Eleazar en Jozua, de zoon van Nun;18 voorts zult gij een vorst uit elken stam nemen, om het land te verdelen.19 En dit zijn de namen dier mannen: voor den stam Juda Kaleb, de zoon van Jefunne,20 voor den stam der Simeonieten Samuel, de zoon van Ammihud;21 voor den stam Benjamin Elidad, de zoon van Chislon;22 voor den stam der Danieten een vorst, Bukki, de zoon van Jogli;23 voor de Jozefieten, voor den stam der Manassieten een vorst, Hanniel, de zoon van Efod,24 en voor den stam der Efraimieten een vorst, Kemuel, de zoon van Sjiftan,25 voor den stam der Zebulonieten een vorst, Elisafan, de zoon van Parnach;26 voor den stam der Issacharieten een vorst, Paltiel, de zoon van Azzan;27 voor den stam der Azerieten een vorst, Ahihud, de zoon van Sjelomi,28 voor den stam der Naftalieten een vorst, Pedael, de zoon van Ammihud.29 Dezen zijn het, aan wie de Heer bevolen heeft, den Israelieten een erfdeel in het land Kanaan toe te wijzen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile