the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Numeri 29
1 In de zevende maand, op den eersten der maand, zal het voor u een heilige vierdag zijn: generlei beroepswerk zult gij verrichten. Het zal u een dag des geschals wezen.2 En gij zult als brandoffer ten liefelijken geur voor den Heer bereiden: een jongen stier, een ram en zeven gave eenjarige lammeren,3 met het daarbij behorend meeloffer, bloem met olie gemengd: drie tiende bij den stier, twee tiende bij den ram,4 een tiende bij elk der zeven lammeren;5 een geitebok als zondoffer, om verzoening voor u te bewerken.6 Behalve het maandelijksche brandoffer, met het daarbij behorend meeloffer, en het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meeloffer, en de behoorlijke plengoffers, tot een liefelijken geur, een vuuroffer voor den Heer.7 Op den tienden dezer zevende maand zal het voor u een heilige vierdag zijn en zult gij uzelven kastijden: generlei werk zult gij verrichten.8 Dan zult gij een brandoffer aan den Heer brengen, een liefelijken geur: uit een jongen stier, een ram en zeven gave eenjarige lammeren zal het bestaan9 met het daarbij behorend meeloffer, bloem met olie gemengd: drie tiende bij den stier, twee tiende bij den enen ram,10 een tiende bij elk der zeven lammeren,11 een geitebok als zondoffer; behalve het zondoffer der verzoening en het vaste brandoffer, met de daarbij behorende meel offers en plengoffers.
12 Op den vijftienden dag der zevende maand zal het voor u een heilige vierdag zijn; generlei beroepswerk zult gij verrichten, en gij zult zeven dagen lang ter ere van den Heer feestvieren.13 Gij zult brengen een brandoffer, een vuuroffer, een liefelijken geur voor den Heer: uit dertien jonge stieren, twee rammen en veertien gave lammeren zal het bestaan,14 met het daarbij behorend meeloffer, bloem met olie gemengd: drie tiende bij elk der dertien stieren, twee tiende bij elk der twee rammen,15 een tiende bij elk der veertien lammeren,16 en een geitebok ten zondoffer, behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.17 Den tweeden dag twaalf jonge stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,18 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, bij elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,19 en een geitebok ten zondoffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.20 Den derden dag elf stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,21 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, bij elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,22 en een geitebok ten zondofffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.23 Den vierden dag tien stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,24 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, voor elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,25 en een geitebok ten zondoffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.26 Den vijfden dag negen stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,27 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, voor elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,28 en een geitebok ten zondoffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.29 Den zesden dag acht stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,30 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, voor elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,31 en een geitebok ten zondoffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.32 Den zevenden dag zeven stieren, twee rammen en veertien gave eenjarige lammeren,33 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, voor elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,34 en een geitebok ten zondoffer; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.35 Den achtsten dag zal het voor u een hoogtijd zijn: generlei beroepswerk zult gij verrichten.36 En gij zult brengen een brandoffer, een vuuroffer van liefelijken geur voor den Heer: een stier, een ram en zeven gave eenjarige lammeren,37 met de daarbij behorende meel offers en plengoffers, voor elk der stieren, rammen en lammeren naar behoren,38 en een zondofferbok; behalve het vaste brandoffer, met het daarbij behorend meel offer en plengoffer.39 Deze offers zult gij toebereiden voor den Heer op uw feestgetijden, behalve uw geloften en vrijwillige gaven, uit brand offers, meel offers, pleng offers en dankoffers bestaande.40 En Mozes sprak tot de Israelieten naar alwat de Heer Mozes bevolen had.