Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Leviticus 24

1 De Heer sprak tot Mozes:2 Beveel den Israelieten, dat zij nemen en u brengen zuivere gestoten olijfolie voor den kandelaar, om een altijd brandend licht te hebben;3 buiten het voorhangsel der Geboden in de tent der samenkomst zullen Aaron en zijn zonen dien gereedmaken; zodat hij brandt van den avond tot den morgen voor 's Heeren aangezicht, voortdurend, ter eeuwige inzetting voor uw nageslacht.4 Op den reinen luchter zal hij de lampen gereedmaken voor 's Heeren aangezicht, zodat zij voortdurend branden.5 Neem ook meelbloem en bak daarvan twaalf koeken; twee tiende zal op elken koek gaan.6 Leg die dan op twee stapels, zes op elken stapel, op de reine tafel voor den Heer.7 Voeg bij elken stapel zuiveren wierook, die bij het brood als aandenkingsgave dienen zal, een vuuroffer voor den Heer.8 Elken sabbat zult gij het vanwege de Israelieten voor den Heer leggen, voortdurend, een eeuwige verplichting.9 Voorts zal het voor Aaron en zijn zonen zijn; zij zullen het in een heilige plaats eten; want het is iets hoogheiligs; hem behoort het van 's Heeren vuuroffers: een eeuwige inzetting.

10 Eens begaf zich de zoon ener Israelietische vrouw--hij was de zoon van een Egyptischen man--onder de Israelieten, en toen hij in het leger met een Israelietischen man twist kreeg,11 verwenschte de zoon dier Israelietische den Naam en vloekte dien. Men bracht hem tot Mozes. Zijn moeder heette Sjelomith, de dochter van Dibri, uit den stam Dan.12 Men zette hem in verzekerde bewaring, om een beslissing te erlangen naar de uitspraak van den Heer.13 Toen sprak de Heer tot Mozes:14 Voer dien vloeker buiten de legerplaats. Daar zullen allen die het gehoord hebben hem de handen op het hoofd leggen, en zal de ganse gemeente hem stenigen.15 En den Israelieten zult gij zeggen: Als iemand zijn god vloekt zal hij zijn zonde dragen;16 maar wie den naam des Heeren verwenst zal zeker ter dood gebracht worden: stenigen zal hem de gehele gemeente; zowel vreemdeling als inboorling zal ter dood gebracht worden als hij den Naam heeft verwenst.17 Als iemand een mens, wien ook, doodslaat, zal hij zeker ter dood gebracht worden:18 leven om leven.19 Brengt iemand zijn naaste een lichaamsgebrek toe, dan moet hem aangedaan worden wat hij den ander aangedaan heeft:20 breuk om breuk, oog om oog, tand om tand; het lichaamsgebrek dat hij een ander toegebracht heeft moet hem toegebracht worden.21 Wie een dier doodslaat moet het vergoeden, maar wie een mens doodslaat moet ter dood gebracht worden.22 Een en dezelfde wet moet bij u gelden voor den vreemde en den inboorling; want ik ben de Heer, uw god.23 Toen Mozes tot de Israelieten gesproken had, voerden zij dien vloeker buiten de legerplaats en stenigden hem. Zo hebben de Israelieten gedaan naar hetgeen de Heer aan Mozes bevolen had.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile