the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Jozua 3
1 Den volgenden morgen maakten Jozua en alle Israelieten zich op, trokken uit Sjittim, bereikten den Jordaan en overnachtten aldaar voordat zij overtrokken.2 Na verloop van drie dagen gingen de ambtlieden het kamp door3 en gaven het volk den volgenden last: Zodra gij de ark des verbonds van den Heer, uw god, ziet, en de Levietische priesters die haar dragen, moet ook gij van uw plaats opbreken en haar achternatrekken--4 maar er zij tussen u en haar een afstand van omstreeks tweeduizend el; gij moogt niet dicht bij haar komen--opdat gij den weg moogt weten waarlangs gij moet gaan; want gij zijt van te voren langs dien weg niet getrokken.5 Toen zeide Jozua tot het volk: Heiligt u tegen morgen; want morgen zal de Heer wonderbare dingen in uw midden doen.6 Voorts zeide hij tot de priesters: Neemt de ark des verbonds op en trekt over aan de spits van het volk. Daarop namen zij de ark des verbonds op en trokken op aan de spits van het volk.
7 En de Heer zeide tot Jozua: Thans zal ik beginnen u te verheerlijken in het oog van gans Israel; opdat zij weten dat ik met u zal zijn zoals ik met Mozes geweest ben.8 Geef dan aan de priesters die de ark des verbonds dragen dezen last: Zodra gij den rand van het water des Jordaans bereikt hebt, moet gij in den Jordaan blijven staan.9 Voorts zeide Jozua tot de Israelieten: Treedt toe en luistert naar het woord van den Heer, uw god.10 Verder zeide hij: Hieraan zult gij weten dat een levende God in uw midden is, die de Kanaanieten, Hittieten, Hiwwieten, Perizzieten, Girgasjieten, Amorieten en Jebuzieten zeker voor u uit verdrijven zal.11 Zie, de ark des verbonds van den Heer der ganse aarde trekt voor u uit den Jordaan in;12 neemt nu twaalf mannen uit de stammen van Israel, uit elken stam een,13 zodra nu de voetzolen der priesters die de ark van den Heer, den heer der ganse aarde, dragen rusten op het water van den Jordaan, zal het water van den Jordaan afgesneden worden; het water dat van boven afkomt zal op een hoop blijven staan.
14 Toen nu het volk uit zijn tenten opbrak om den Jordaan over te trekken, de priesters die de ark des verbonds droegen aan de spits,15 en de dragers der ark den Jordaan bereikten, werden de voeten der priesters die de ark droegen nauwelijks in het water gedoopt--de Jordaan nu was boordevol, als in den oogsttijd16 of het water dat van boven afkwam bleef staan en rees als een hoop in de hoogte, op een zeer groten afstand, bij de stad Adam, die bezijden Sarethan ligt; zodat het water dat naar de zee der Vlakte, de Zoutzee, afvloeide volkomen afgesneden was. Het volk nu trok in het gezicht van Jericho over.17 De priesters die de ark des verbonds van den Heer droegen vatten post op het droge midden in den Jordaan, terwijl gans Israel op het droge overtrok, tot het gehele volk den Jordaan over was.