Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Jozua 14

1 Dit zijn de erfdelen die de Israelieten in het land Kanaan hebben verkregen, welke de priester Eleazar, Jozua, de zoon van Nun, en de familiehoofden der stammen aan de Israelieten hebben toegewezen,2 ieders erfdeel door het lot, zoals de Heer door Mozes ten aanzien van de negen en een halven stam had geboden.3 Want Mozes had aan de twee en een halven stam een erfdeel gegeven in het Overjordaansche, den Levieten had hij geen erfdeel in hun midden gegeven,4 en de zonen van Jozef waren tot twee stammen geworden: Manasse en Efraim. En den Levieten hebben zij geen aandeel in het land gegeven, behalve steden om in te wonen, met haar weidegrond voor hun vee en hun have.5 Zoals de Heer aan Mozes geboden had, hebben de Israelieten gedaan en het land verdeeld.

6 Toen de Judeers tot Jozua te Gilgal nadertraden, zeide Kaleb, de zoon van Jefunne, den Kenizziet, tot hem: Gij weet, wat de Heer te Kades-barnea tot Mozes, den godsman, te mijnen aanzien--en te uwen--gesproken heeft.7 Veertig jaar was ik oud, toen Mozes, s Heeren dienstknecht, mij van Kades-barnea uitzond om het land te verspieden, en ik hem verslag gaf naar wat in mijn hart was.8 Mijn broeders die met mij waren opgetrokken deden het hart des volks versmelten; maar ik ben volstandig aan den Heer, mijn god, trouw gebleven.9 Daarom zwoer Mozes te dien dage: Voorzeker zal het land dat uw voet heeft betreden u en uw zonen voor eeuwig ten erfdeel zijn, omdat gij volstandig aan den Heer, mijn god, zijt trouw gebleven.10 Welnu, zie, de Heer heeft mij, zoals hij gesproken heeft, nu vijf en veertig jaar in het leven gelaten, sedert hij dat woord tot Mozes gesproken heeft; gedurende welken tijd Israel in de woestijn heeft rondgetrokken. Zie, ik ben nu vijf en tachtig jaar oud,11 maar heden nog even sterk als toen Mozes mij uitzond: ik heb thans nog evenveel kracht als toen, voor den strijd en om uit en in te gaan.12 Geef mij dus dit gebergte, waarvan de Heer te dien dage heeft gesproken; want gijzelf hebt te dien dage gehoord dat daar Enakieten wonen en grote versterkte steden zijn. Wellicht zal de Heer met mij zijn en zal ik hen verdrijven, zoals de Heer gesproken heeft.13 Toen schonk Jozua hem zijn zegen en gaf Hebron aan Kaleb, den zoon van Jefunne, ten erfdeel.14 Daarom is Hebron het erfdeel geworden van Kaleb, den zoon van Jefunne, den Kenizziet, tot op dezen dag; omdat hij aan den Heer, Israels god, volstandig trouw is gebleven.15 De naam van Hebron was voorheen Kirjath-Arba; deze Arba was de grote man onder de Enakieten. En het land kreeg rust, was vrij van oorlog.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile