the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Job 35
1 Elihu hief aan en zeide:2 Houdt gij dit voor goed, meent gij dit met "mijn gerechtigheid voor God",3 dat gij vraagt, wat het u baat? en: Wat baat het mij meer dan wanneer ik een zondaar was? --4 Ik zal u bescheid geven, en uw vrienden met u.5 Blik naar den hemel en aanschouw, zie op naar de wolken, hoeveel hoger zij zijn dan gij.6 Hebt gij gezondigd, wat deert gij den hemel? zijn uw misdrijven talrijk, wat doet gij hem?7 Zijt gij rechtschapen, wat geeft gij hem? of wat erlangt hij uit uw hand?8 Den mens, zoals gij er een zijt, raakt uw boosheid, het menschenkind uw rechtschapenheid.
9 Men klaagt wel over de vele verdrukkingen, roept over den sterken arm der groten,10 maar men zegt niet: Waar is God, die ons gemaakt heeft, die psalmen in den nacht geeft?11 die ons meer leert dan aan de dieren der aarde, ons verstandiger maakt dan de vogelen des hemels.12 Zo roept men, zonderdat hij antwoordt, over den overmoed der slechten.13 Maar naar ijdel geroep hoort God niet, daarnaar ziet de Machtige niet om;
14 hoeveel te minder, nu gij zegt dat gij niets van hem ziet! de beslissing ligt bij hem, en men kan op hem wachten!15 Derhalve, omdat zijn toorn nog niet heeft gestraft, zou hij niet veel kennis hebben genomen van misdrijven!16 Job opent zijn mond ijdellijk, spreekt grote woorden zonder kennis.