the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Jesaja 53
1 Wie heeft geloofd wat ons is verkondigd, en wien was de arm des Heeren openbaar?2 Hij kwam op als een loot voor zijn aangezicht, als een wortel uit dorren grond: hij had geen voorkomen of luister, dat wij naar hem zouden omzien, geen uiterlijk, dat wij hem zouden begeren.3 Veracht en van de mensen verlaten, een man van smarten en gemeenzaam met krankheid, als een voor wien men het gelaat omhult, veracht, en wij telden hem voor niets.
4 Maar, onze krankheden had hij op zich genomen, onze smarten, hij heeft ze getorst. Wij hielden hem voor een geplaagde, een van God geslagene en vernederde,5 terwijl hij doorwond was om onze misdrijven, verbrijzeld om onze ongerechtigheden; de kastijding die wij verdiend hadden was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.6 Wij allen doolden gelijk een kudde schapen, ieder onzer had zijn eigen weg ingeslagen, en de Heer heeft op hem doen nederkomen ons aller schuld.7 Hij was mishandeld, toch deemoedig, en hij deed den mond niet open, als een lam dat ter slachtbank gevoerd wordt, als een schaap dat voor zijn scheerders stom is.8 Uit druk en vonnis is hij weggenomen, en wie denkt nog over zijn lot? Want hij is afgesneden uit het land der levenden, om de wanbedrijven van mijn volk dodelijk getroffen;9 bij goddelozen werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn grafheuvel, hoewel hij geen geweld had gepleegd, en er geen bedrog in zijn mond was.
10 Maar het behaagde den Heer zijn krankheden te genezen: als hij zichzelf ten schuldoffer stelt, zal hij nakroost zien, lang blijven leven, en zal 's Heeren welbehagen door zijn hand gelukken.11 Van hetgeen hij moeitevol verwierf zal hij laven en verzadigen; door zijn kennis zal mijn dienaar de schare tot gerechtigheid leiden, en hun ongerechtigheden torst hij.12 Dies zal ik hem een deel geven onder de aanzienlijken, en zal hij met machtigen buit delen, hiervoor dat hij zich overgaf in den dood, en zich onder de afvalligen liet tellen, terwijl hij inderdaad veler zonden op zich had genomen en de voorspraak der afvalligen was.