Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Jesaja 26

1 Te dien dage zal in Juda's land dit lied worden gezongen: Een sterke stad hebben wij; verlossing stelt hij ten muur en ten voorwerk.2 Opent de poorten, opdat binnentrede een rechtschapen volk,3 dat trouwe houdt en welks gezindheid standvastig is, dat den vrede, den vrede bewaart, wijl het op u vertrouwt.4 Vertrouwt op den Heer voor immer, want de Heer, onze God, is een eeuwige rots.

5 Hij toch verlaagt de hoog wonenden, werpt de verheven veste neer, werpt haar neer op den grond, doet haar dalen in het stof;6 de voet vertrapt haar, de voet des ellendigen, de treden der geringen.7 De weg is voor den rechtschapene geeffend; effen baant gij het spoor des rechtschapenen.8 Ja, wij verwachten u op den weg uwer gerichten, Heer! naar uw naam en uw roem verlangt onze ziel.9 Met zielsbegeren verlang ik naar u in den nacht, uit 's harten grond zie ik uit naar u; want zodra uw gerichten op de aarde zijn, leren de bewoners der wereld wat recht is.10 Wordt de boze genadig behandeld, dan leert hij geen recht op aarde kennen; de waarheid verdraait hij, en hij ziet 's Heeren hoogheid niet.11 Heer, opgeheven was uw hand, maar zij bespeuren het niet. Laat hen bespeuren, opdat zij zich schamen, uw ijver voor uw volk! Ja, het vuur, voor uw tegenstanders bestemd, vertere hen!

12 Heer, gij zult ons heil doen toekomen; want ook al ons ander werk hebt gij voor ons verricht.13 Heer, onze god, andere heren dan gij zijn onze meesters; maar van u alleen willen wij den naam verkondigen.14 Doden herleven niet, schimmen staan niet op; daarom, toen gij hen gekastijd hebt en verdelgd, hebt gij alle gedachtenis aan hen uitgewist.15 Eens hebt gij, Heer, het volk talrijk gemaakt, het volk talrijk gemaakt, uzelf verheerlijkt, hebt gij alle grenzen des lands verwijd.16 Heer, in den druk hebben wij naar u omgezien, de benauwdheid der verdrukking was ons een tuchtiging van u.17 Gelijk een zwangere wier barensuur nadert zich wringt en schreeuwt in haar weeen, zo waren wij om uwentwil, Heer.18 Wij waren zwanger en hadden weeen, maar toen wij baarden, was het wind; redding brachten wij niet in het land, en wereldburgers werden niet geboren.19 Mochten uw doden herleven, mijn lijken opstaan! Ontwaakt en jubelt, bewoners van het stof! want een dauw des lichts is uw dauw, en de aarde zal schimmen baren.

20 Kom, mijn volk, ga in uw binnenkamers, en sluit de deur achter u; verberg u een korte wijle, totdat de gramschap voorbijgegaan is.21 Want zie, de Heer verlaat zijn woonplaats om de schuld van de bewoners der wereld op hen te verhalen; en de aarde zal het op haar gestorte bloed blootleggen, en haar gedooden niet langer bedekken.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile