the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Hebreeën 13
1 Houde de broederliefde stand.2 Vergeet de gastvrijheid niet; dank zij haar hebben sommigen zonder het te weten engelen geherbergd.3 Denkt aan de gevangenen als aan medegevangenen, aan mishandelden als die ook een lichaam hebt.4 Eerbaar zij in ieder opzicht het huwelijk, het huwelijksbed onbevlekt; want hoereerders en overspelers zal God veroordelen.5 Uw karakter zij niet geldgierig; weest tevreden met hetgeen gij bezit; want Hij heeft gezegd: Ik zal u begeven noch verlaten.6 Dus kunnen wij moedig zeggen: De Heer is mijn helper, ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen?7 Gedenkt uw voorgangers, hun die u het woord Gods verkondigd hebben; volgt hun geloof na, lettend op het uiteinde van hun wandel.8 Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.9 Laat u niet meesleepen door veelsoortige en vreemde leringen; want het is goed dat het hart door genade versterkt wordt, niet door spijzen waarvan zij die ze gebruiken geen nut hebben.10 Wij hebben een altaar waarvan zij die den tabernakel bedienen niet eten mogen.11 Want de lichamen der dieren welker bloed tot delging van zonde in het heiligdom door den hogepriester gebracht wordt worden buiten de legerplaats verbrand.12 Daarom ook heeft Jezus, om door zijn bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden.13 Laten wij dus tot hem uitgaan buiten de legerplaats, zijn smaad dragend;14 want wij hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomende.15 Wij willen dus door hem gedurig een lofoffer aan God opdragen, dat wil zeggen: De vrucht van lippen die zijn naam belijden.16 Vergeet niet wel te doen en mee te delen; want in zulke offers heeft God welgevallen.17 Gehoorzaamt uw voorgangers en voegt u naar hen; want als mensen die eens rekenschap zullen afleggen waken zij over uw ziel. Zorgt dat zij dit met vreugde doen en niet zuchtend; want dat is voor u niet heilzaam.
18 Bidt voor ons; want wij vertrouwen een zuiver geweten te hebben, daar wij ons in allen dele goed willen gedragen.19 Te nadrukkelijker vermaan ik u dit te doen, opdat ik te eerder aan u teruggegeven worde.20 De God nu des vredes, die den groten herder der schapen, onzen Heer Jezus, door het bloed van het eeuwig verbond uit de doden heeft doen opstaan,21 ruste u toe met alwat goed is; zodat gij zijn wil doet. Hij scheppe in ons wat in zijn oog welgevallig is door Jezus Christus, die tot in alle eeuwigheid de heerlijkheid ontvange. Amen.22 Ik vermaan u, broeders, duldt het woord der vermaning; want in weinige woorden heb ik het u geschreven.23 Weet dat onze broeder Timotheus op vrije voeten gesteld is. Wanneer hij spoedig komt, hoop ik met hem u te komen zien.24 Groet al uw voorgangers en alle heiligen. U groeten de Italianen.25 De genade zij met u allen.