Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Hebreeën 10

1 Daar toch de wet slechts de afschaduwing der toekomstige heilsgoederen, niet het werkelijke beeld er van heeft, kan zij onmogelijk door de offers die men jaar op jaar, altijd dezelfde, brengt hen die tot God naderen tot volmaaktheid voeren.2 Zou er anders geen eind aan dat brengen gekomen zijn, doordat de offeraars, als eensvooral gereinigd, geen bewustzijn van zonden meer hadden?3 Integendeel ligt in die offers jaarlijks een herinnering aan zonden.4 Het bloed van stieren en bokken kan toch onmogelijk zonden wegnemen.5 Daarom zegt hij bij zijn komst in de wereld; offers en gaven begeert Gij niet; een lichaam hebt Gij mij toebereid;6 in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welgevallen.

7 Toen zeide ik: Zie, ik kom--in de boekrol is het van mij geschreven--om uw wil, o God, te doen. --8 Eerst zeide hij: Offers en gaven, brandoffers en zondoffers begeert Gij niet en daarin hebt Gij geen welgevallen--dat zijn de offers die volgens de wet gebracht worden--9 en daarna zeide hij: Zie, ik kom om uw wil te doen. Zo stelt hij het eerste ter zijde om aan het tweede plaats te geven.10 Op grond van dien wil zijn wij eensvooral geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.11 Ook staat elke priester dag aan dag zijn dienst te verrichten en dezelfde offers meermalen op te dragen--die toch nooit de zonden kunnen wegnemen;12 maar hij heeft, na een enkel offer voor de zonden gebracht te hebben, voor altijd plaats genomen aan de rechterhand Gods,13 verder afwachtend dat zijn vijanden zullen gelegd worden als een voetbank onder zijn voeten.14 Want hij heeft met dat ene offer voor altijd hen die geheiligd worden tot volkomenheid gevoerd.15 Dit getuigt ons ook de Heilige Geest;16 want nadat Hij gezegd heeft: Dit is het verbond dat Ik nadezen hun zal beschikken, spreekt de Heer: Ik geef mijn wetten in hun hart en zal ze hun inprenten--17 zegt Hij: aan hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer denken. --18 Welnu, waar deze vergeven zijn wordt geen offer voor de zonden meer gebracht.

19 Daar wij dus, broeders, door het bloed van Jezus de vrijmoedigheid hebben om het heiligdom binnen te treden20 --hij heeft immers voor ons een nieuwen, levenden weg gebaand door het voorhangsel, dat is zijn vlees, --21 en wij in hem een groten priester over het huis Gods hebben,22 laat ons met een oprecht hart toetreden in volle verzekerdheid des geloofs, omdat onze harten door besprenging bevrijd zijn van een boos geweten en onze lichamen met rein water zijn gewassen.23 Laat ons vasthouden aan de onwankelbare belijdenis der hoop; want Hij die de belofte heeft geschonken is getrouw;24 en laat ons op elkander achtgeven, elkander aansporend tot liefde en goede werken,25 uw samenkomsten niet verzuimend--zooals sommigen plegen te doen--maar elkander vermanend, te meer naarmate gij ziet dat de grote dag nadert.26 Want indien wij na tot inzicht in de waarheid gekomen te zijn moedwillig zondigen, blijft er geen offer voor de zonden over,27 maar een vreselijke verwachting van oordeel en van een vuurgloed die de weerspannigen zal verteren.28 Minacht iemand de wet van Mozes, dan sterft hij zonder erbarmen op het woord van twee of drie getuigen;29 hoeveel te zwaarder straf meent gij dat hij verdient die den Zoon Gods vertreedt en het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd is, geringacht, en den geest der genade tart?30 Wij weten toch hoe Hij gezegd heeft: Mij behoort de wraak: Ik zal het vergelden--en elders: De Heer zal zijn volk oordelen. --31 Het is vreselijk in de handen van den levenden God te vallen.32 Denkt aan den verleden tijd, waarin gij na verlicht te zijn veel lijden en strijd hebt doorstaan,33 deels zelf een toonbeeld van smaad en verdrukking, deels omdat gij gemeenschap hadt met hen wien het zo verging.34 Want gij leedt mee met de gevangenen en hebt met vreugde verdragen dat gij van uw goederen beroofd werdt, daar gij wist zelf een betere en blijvende bezitting te hebben.35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een groot loon meebrengt.36 Want volharding hebt gij nodig om door den wil van God te volbrengen het beloofde te verkrijgen.37 Immers, nog een korte wijle, en Hij die komt zal er zijn en niet uitblijven;38 mijn rechtschapene zal door het geloof leven, en indien hij uit vrees terugtreedt, heeft mijn ziel geen welgevallen in hem.39 Maar onze zaak is niet: terugtreden, dat tot verderf voert, maar: geloven, waardoor men het leven erlangt.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile