Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Genesis 7

1 De Heer zeide tot Noach: Ga met uw ganse gezin in de ark; want u heb ik rechtschapen in mijn oog bevonden in dit geslacht.2 Van alle reine dieren moet gij zeven paar nemen, telkens een mannetje en zijn wijfje, en van de dieren die niet rein zijn twee, een mannetje en zijn wijfje.3 Desgelijks van de vogelen des hemels die rein zijn zeven paar, en van de niet reine vogelen een paar, een mannetje en zijn gaaike, om het geslacht over de gehele aarde in stand te houden.4 Want na zeven dagen zal ik regen geven op de aarde veertig dagen en nachten lang, en alwat leeft, dat ik gemaakt heb, van den aardbodem verdelgen.

5 Noach deed naar alwat de Heer hem bevolen had.6 Noach was zeshonderd jaar toen de zondvloed over de aarde kwam.7 Toen ging Noach met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen in de ark, vluchtend voor het water van den zondvloed.8 Van de reine en de niet reine dieren, het gevogelte en alwat op den grond kruipt9 kwamen telkens twee een mannetje en zijn wijfje, tot Noach in de ark, zoals God Noach bevolen had.10 En zeven dagen later kwam het water van den zondvloed op de aarde.

11 In het zeshonderdste levensjaar van Noach, op den zeventienden dag der tweede maand, op dien dag braken alle kolken van den groten oceaan los en werden de vensteren des hemels ontsloten,12 en de plasregen viel op de aarde gedurende veertig dagen en nachten.

13 Op denzelfden dag ging Noach met zijn zonen, Sem, Cham en Jafeth, zijn vrouw en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark,14 alsmede al het wild gedierte, naar zijn aard, en alle vee, naar zijn aard, alwat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte, naar zijn aard, vogels van allerlei veder.15 Zij kwamen tot Noach in de ark, twee aan twee, van alle vlees waarin levensgeest is.16 En zij die er in kwamen kwamen als mannetje en wijfje uit alle vlees, zoals God Noach bevolen had. Daarop sloot de Heer de deur achter hem.

17 Veertig dagen en nachten was de zondvloed op de aarde, en bij het wassen van het water hief het de ark op, zodat zij oprees van de aarde.18 Toen het water zeer sterk toenam op de aarde, bewoog zich de ark over het watervlak.19 In zeer grote mate steeg het water op de aarde; zodat alle hooge bergen onder den gansen hemel bedekt werden.20 Vijftien el boven de bergen steeg het water zodat ze bedekt werden,

21 en alle vlees dat zich op aarde bewoog stierf: vogels, vee, wild gedierte en alle kruipende dieren die op aarde wemelen, benevens alle mensen.22 Alwat op het droge leefde, in welks neusgaten een adem van levensgeest was, stierf.23 Zo werd alwat op den aardbodem leefde verdelgd: mens en vee, kruipende dieren en gevogelte des hemels; verdelgd werden zij van de aarde. Slechts Noach en wie in de ark waren bleven over.24 Toen het water honderd vijftig dagen op de aarde gestegen was,

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile