Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Ezechiël 45

1 En wanneer gij het land ten erfdeel toewijst, zult gij een deel als gave aan den Heer afstaan, een gewijd gedeelte van het land, ter lengte van vijf en twintig duizend, ter breedte van twintig duizend el. Het is in zijn gehelen omvang heilig gebied,2 en daarvan is voor het heiligdom bestemd een vierkant van vijfhonderd op vijfhonderd, aan alle kanten door een strook van vijftig el omgeven.3 En van dat afgemeten gedeelte zult gij een stuk afmeten van vijf en twintig duizend el breedte, waarin het heiligdom, het hoogheilige, liggen zal.4 Het zal een heilig gedeelte van het land zijn en toebehoren aan de priesters die het heiligdom bedienen, die naderen om den Heer te dienen; het zal hun zijn een plaats voor huizen en weidegrond.5 Ook zult gij afmeten een stuk van vijf en twintig duizend el lengte en tienduizend el breedte, hetwelk voor de Levieten die den tempel bedienen een bezitting zal zijn, met steden om in te wonen.6 En tot bezitting der stad zult gij maken een stuk van vijfduizend el breedte en vijf en twintig duizend el lengte, langs het heilige gebied, en dit zal aan geheel Israel toebehoren.7 Ook zult gij aan den vorst ter weerszijden van het heilige gebied en van de stadsbezitting een stuk land geven, langs het heilige gebied en de stadsbezitting, aan de westzijde westwaarts en aan de oostzijde oostwaarts, even lang als een stamgebied, van de westelijke tot de oostelijke grens8 des lands. Het zal hem tot een bezitting zijn; opdat Israels vorsten voortaan mijn volk niet meer onderdrukken. Het overige land zal het huis Israel naar zijn stammen in bezit nemen.

9 Zo spreekt de Heere God: Het is nu genoeg, vorsten van Israel! Laat na, geweld en knevelarij te plegen; oefent recht en billijkheid; ontlast mijn volk van uw afpersingen, spreekt de Heere God.10 Gij moet eerlijke weegschalen hebben, maten en vaten zoals zij zijn moeten.11 De maat en het vat moeten denzelfden inhoud hebben, elk moet het tiende van een ton bevatten. De ton moet tot standaard dienen.12 De sikkel moet twintig gera's houden; een vijfsikkelstuk moet de waarde hebben van vijf, een tiensikkelstuk van tien sikkel; en vijftig sikkelen moeten bij u een pond maken.

13 En dit is de belasting die gij zult heffen: het zesde van een maat van elke ton tarwe en het zesde van een maat van elke ton gerst;14 het wettig aandeel van de olie: het tiende van een vat op elke kor; want de kor houdt tien vaten;15 voorts van het kleinvee een stuk van de tweehonderd. Deze belasting, door alle geslachten van Israel opgebracht, zal dienen tot meel offers, brand offers en dankoffers om verzoening voor hen te bewerken, spreekt de Heere God.16 Het ganse volk zal gehouden zijn deze belasting aan den vorst in Israel op te brengen,17 en de vorst is verplicht te zorgen voor de brand offers, meel offers en plengoffers op de feesten, nieuwemanen en sabbatten; op alle feesttijden van het huis Israel zal hij leveren de zond offers, meel offers, brand offers en dankoffers om verzoening te bewerken voor het huis Israel.18 Zo spreekt de Heere God: Op den eersten dag der eerste maand zult gij een gaven jongen stier nemen en het heiligdom ontzondigen.19 De priester neme van het bloed van dit zondoffer en strijke daarvan aan de deurposten van den tempel en aan de vier hoeken der omlijsting van het altaar en aan de deurposten der poort van het binnenvoorhof.20 Desgelijks zult gij doen op den eersten dag der zevende maand, vanwege de misslagen die men bij ongeluk of in onnozelheid heeft begaan. Zo zult gij voor den tempel verzoening bewerken.21 Op den vijftienden dag der eerste maand zal voor u het paaschfeest zijn; zeven dagen zult gij ongezuurd brood eten.22 Op dien dag zal de vorst voor zichzelf en het gehele volk des lands een zondofferstier brengen,23 en op de zeven dagen van het feest zal hij ten brandoffer aan den Heer brengen dagelijks zeven stieren en zeven gave rammen, de zeven dagen lang, en dagelijks een geitebok ten zondoffer;24 en als meeloffer zal hij brengen: een maat bij elken stier en elken ram, en bij elke maat een stoop olie.25 Op den vijftienden dag der zevende maand zal hij dezelfde offers brengen op het feest, de zeven dagen lang, dezelfde zond offers, brand offers en meeloffers en evenveel olie.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile