Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Exodus 39

1 Van het violet, purper en karmijn maakten zij het ambtsgewaad, waarin men in het heiligdom dienst moest doen. Zij maakten dan de heilige klederen van Aaron, zoals de Heer Mozes bevolen had.2 Hij maakte het schouderkleed van goud, violet, purper, karmijn en getweernd katoen.3 Zij pletten het goud tot bladen en trokken er draden van om die te werken tussen het violet, het purper, het karmijn en het katoen, een kunstig werk.4 Schouderstukken maakten zij er aan, die het bijeenhielden aan de beide uiteinden gehecht.5 En de band die er aan was, om het aan het lichaam te sluiten, was met het schouderkleed uit een stuk en van dezelfde stof, van goud, violet, purper, karmijn en getweernd katoen, zoals de Heer Mozes bevolen had.6 Ook bereidden zij onyxen, gevat in gouden rozetten; zoals men een zegel snijdt, waren daarop de namen der zonen Israels ingesneden.7 Hij plaatste die op de schouderstukken van het schouderkleed, als gedachtenissteenen voor Israels zonen, zoals de Heer Mozes bevolen had.8 Ook maakte hij de borsttas, van even kunstig werk als het schouderkleed, van goud, violet, purper, karmijn en getweernd katoen.9 Vierkant was zij; dubbel maakten zij de borsttas, een span lang en breed, dubbel.10 Zij bezetten haar met vier rijen stenen: op de eerste rij een carneool, een topaas en een smaragd;11 op de tweede een karbonkel, een saffier en een jaspis12 op de derde een opaal, een agaat en een amethist;13 op de vierde een chrysoliet een onyx en een sardonix. Zij waren in gouden rozetten gevat, toen zij werden ingezet.14 De stenen waren naar de namen van Israels zonen, twaalf in getal naar hun namen; als het snijwerk van een zegel waren zij bewerkt, op elken steen een van de namen der twaalf stammen.15 Zij maakten ook aan de borsttas ketenen van tot koorden ineengedraaid werk, van zuiver goud.16 Zij maakten ook twee gouden rozetten en twee gouden ringen en zetten die beide ringen op de twee uiteinden der borsttas.17 Ook zetten zij de twee gouden koorden aan de beide ringen op de uiteinden der borsttas.18 En de twee uiteinden der beide koorden hechtten zij aan de twee rozetten en zetten ze op de schouderstukken van het schouderkleed, aan de voorzijde.19 Ook maakten zij twee gouden ringen en zetten die op de beide uiteinden der borsttas, op haar rand die tegenover het schouderkleed, aan de binnenzijde, was.20 Ook maakten zij twee gouden ringen, die zij zetten op de beide schouderstukken van het schouderkleed, aan de benedenvoorzijde, bij zijn verbinding boven den band waarmede het schouderkleed aan het lichaam sloot.21 En zij hechtten de borsttas vast, van haar ringen tot die van het schouderkleed, met een violetkleurig snoer; zodat zij bleef hangen op den band van het schouderkleed en de borsttas niet afschoof van het schouderkleed, zoals de Heer Mozes bevolen had.22 Hij maakte ook den mantel van het schouderkleed, geweven werk, geheel violetkleurig,23 en de opening om het hoofd door te steken was in het midden, als de opening van een wapenrok, met een zoom aan alle kanten; opdat zij niet zou inscheuren.24 Ook maakten zij aan den onderrand van den mantel granaatappels van violet, purper, karmijn en getweernd katoen.25 Zij maakten ook schelletjes van zuiver goud, en zetten die schelletjes tussen de granaatappels rondom aan den onderrand van den mantel,26 beurtelings een schelletje en een granaatappel rondom aan den onderrand van den mantel, voor den dienst, zoals de Heer Mozes bevolen had.27 Ook maakten zij de hemden van katoen, geweven werk, voor Aaron en zijn zonen.28 Ook den mijter van katoen, en pronktulbanden van katoen, en de linnen heupkleederen van getweernd katoen;29 en den gordel van getweernd katoen, violet, purper en karmijn, bont werk, zoals de Heer Mozes bevolen had.30 Ook maakten zij de plaat van den heiligen diadeem, van zuiver goud, en schreven daarop, zoals men een zegel snijdt: Heilig aan den Heer.31 Ook zetten zij daaraan een violetten snoer, om haar boven op den mijter te zetten, zoals de Heer Mozes bevolen had.

32 Zo werd de gehele tabernakel van de tent der samenkomst voltooid. De Israelieten deden naar alles wat de Heer Mozes bevolen had; juist zo deden zij.33 Toen brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent zelf met al haar gereedschap, haar haken, stijlen, sluitbomen, pilaren en voetstukken,34 benevens de dekkleeden van roodgeverfde ramshuiden, die van marokijn, en het voorhangseltapijt,35 de ark der Geboden met haar draagstangen en haar deksel,36 de tafel met haar gereedschap en het toonbrood,37 den reinen luchter met zijn lampen, die er op moesten gerangschikt worden, en al zijn gereedschap en de olie voor den kandelaar,38 het gouden altaar, de zalfolie en den offerwierook, alsmede het tapijt voor den ingang der tent,39 het koperen altaar en het koperen bekleedsel dat er bij behoorde, zijn draagstangen en al zijn gereedschap, het waschvat met zijn voetstuk,40 de zeilen, pilaren en voetstukken van het voorhof en het tapijt voor de poort van het voorhof, de touwen en pinnen, en alle gereedschap voor den dienst van den tabernakel van de tent der samenkomst,41 het ambtsgewaad voor den dienst in het heiligdom, de heilige klederen van den priester Aaron en de priesterkleederen zijner zonen.42 Naar alwat de Heer Mozes bevolen had, juist zo hadden de Israelieten al het werk vervaardigd.43 Mozes zag al het vervaardigde na, en zie, zij hadden het gemaakt zoals de Heer bevolen had; juist zo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile