the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Exodus 27
1 Maak ook het altaar van acaciahout; vijf el moet het lang en breed zijn, vierkant, en drie el hoog.2 Maak ook zijn hoornen aan de vier hoeken; die hoornen moeten met het altaar uit een stuk zijn; en besla het met koper.3 Maak ook de daarbij behorende potten, voor het wegruimen van de offeras, schoppen, offerschalen, vorken en vuurpannen; al dat gereedschap zult gij van koper maken.4 Maak er ook een bekleedsel aan, een koperen netwerk, en aan de vier hoeken hiervan vier koperen ringen,5 en plaats dit onder den rand des altaars, van onderen af, zo dat het netwerk tot halverwege de hoogte van het altaar reikt.6 Maak ook stangen van acaciahout voor het altaar en besla ze met koper.7 Die stangen zult gij door de ringen steken; zodat zij aan de beide zijden van het altaar zijn wanneer men het draagt.8 Gij zult het hol, van planken, maken. Gelijk het u op den berg getoond zal zijn, zo moet dit gemaakt worden.
9 Maak ook het voorhof van den tabernakel; aan den zuidelijken kant uit zeilen voor het voorhof, van getweernd katoen, honderd el lang voor die ene zijde,10 aan twintig pilaren met twintig koperen voetstukken, de krammen en banden der pilaren van zilver.11 Zo ook aan den noordkant, uit zeilen, honderd el lang, aan twintig pilaren, met twintig koperen voetstukken, de krammen en banden der pilaren van zilver.12 De breedte van het voorhof aan den westkant zal gevormd worden door zeilen, vijftig el, aan tien pilaren, met tien voetstukken.13 Ook de breedte van het voorhof aan den voorkant, ten oosten, zal vijftig el zijn.14 Hiervan zullen aan den enen hoek vijftien el bestaan uit zeilen, aan drie pilaren, met drie voetstukken,15 en aan den anderen hoek uit vijftien el zeilen, aan drie pilaren, met drie voetstukken;16 terwijl voor de poort van het voorhof een tapijt zal hangen van twintig el, van violet, purper, karmijn en getweernd katoen, bont werk, aan vier pilaren, met vier voetstukken.17 Alle pilaren die het voorhof omsluiten moeten met zilveren banden voorzien zijn; ook hun krammen moeten van zilver, en hun voetstukken van koper zijn.18 De lengte van het voorhof zij honderd el, de breedte vijftig el, en de hoogte vijf, van getweernd katoen.19 Alle gereedschappen van den tabernakel bij den gehelen opbouw, al zijn nagelen en al de nagelen van het voorhof zullen van koper zijn.
20 Gij moet den Israelieten bevelen, te nemen en u te brengen zuivere gestoten olijfolie voor den kandelaar, om een altijd brandend licht te hebben.21 In de tent der samenkomst buiten het voorhangsel dat de Geboden dekt zullen Aaron en zijn zonen het gereedmaken; zodat het brandt van den avond tot den morgen voor des Heeren aangezicht. Dit is voor de Israelieten een eeuwige inzetting van geslacht tot geslacht.