Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Esther 6

1 In dien nacht week de slaap van den koning en beval hij het geschiedboek, de kronieken, te halen. Toen men hem daaruit voorlas,2 vond men geschreven dat Mordochai aangifte had gedaan betreffende Bigtan en Teres, twee kamerlingen des konings, uit de dorpelwachters, die getracht hadden de hand aan koning Ahasweros te slaan.3 En de koning zeide: Welke eer en grootheid is hiervoor aan Mordochai geschonken? Waarop de jongelingen des konings die hem bedienden zeiden: Hem is niets geschonken.

4 Nu zeide de koning: Wie is in het voorhof? Haman nu was in het buitenhof van het paleis gekomen om den koning te vragen dat hij Mordochai aan den paal zou ophangen dien hij opgericht had.5 De jongelingen des konings zeiden dus tot hem: Haman staat in het voorhof. De koning hernam: Laat hem binnenkomen.6 Toen Haman binnengekomen was, zeide de koning tot hem: Wat zal men den man doen wien de koning eer wil bewijzen? Haman dacht: Wien zou de koning meer eer willen bewijzen dan mij?7 en zeide dus tot den koning: De man wien de koning eer wil bewijzen--wel,8 men brenge een koninklijk gewaad, waarmede de koning bekleed is geweest, en een paard waarop de koning gereden heeft en op welks kop een koninklijke kroon heeft gestaan,9 men stelle dat gewaad en dat paard ter hand aan een der groten des konings, der edelen; deze moet den man dien de koning wil eren met dat kleed tooien, op dat paard in de straten der stad rondvoeren, en voor hem uit roepen: Zo doet men den man dien de koning wil eren!10 De koning antwoordde Haman: Haal ijlings het kleed en het paard, zoals gij gezegd hebt, en doe zo aan Mordochai, den Jood, die in de poort des konings zit. Laat niets van hetgeen gij gesproken hebt achterwege.11 Dientengevolge haalde Haman het kleed en het paard, tooide Mordochai, voerde hem in de straten der stad rond en riep voor hem uit: Zo doet men den man dien de koning wil eren!

12 Daarna keerde Mordochai naar des konings poort terug. En Haman spoedde zich naar zijn huis, in rouw en het hoofd omhuld.13 Hij verhaalde alwat hem wedervaren was aan zijn vrouw Zeres en al zijn vrienden; waarop zijn wijzen en zijn vrouw Zeres tot hem zeiden: Indien die Mordochai, voor wien gij nu aanvankelijk reeds gevallen zijt, uit het geslacht der Joden is, zult gij niet tegen hem opgewassen zijn, maar zeker geheel voor hem vallen.14 Zij spraken nog met hem, toen de kamerlingen des konings Haman met spoed kwamen halen voor den maaltijd dien Ester bereid had.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile